336 30 november 1979 maal zoveel gaat kosten, kan hij zich voorstellen dat een externe advi- sering nieer kost, overigens blijkt nu dat dit onderzoek misschien niet nodig zal zijn. De voorzitter meent dat men de wijkagent-funktie los moet zien van de algeniene vraag van de grootte van die onderzoeken. De heer Van Amerongen deelt mede dat zijn fraktie zich kan vinden in het antwoord van het college. De heer Van Emmerik heeft er in de commissie bestuurszaken ai op gewe- zen dat de vervolgrapportage van binnenlandse zaken nog moet komen en aan- sluitend daarop gevraagd of het niet beter was de post van f 30.000,-- op zijn minst door te schuiven van 1980 naar een volgend jaar, omdat hij iets minder optimistisch is dan het coliege over de termijn waarop dat vervolg te verwachten is. Lezend wat het college nu antwoordt - dat naar zijn mening opdracht aan een extern bureau niet nodig is - zou men zich kunnen afvragen of de post dan niet beter verlaagd kan worden. Wethouder Baar antwoordt dat de meeste onderzoeken in eigen beheer uit- gevoerd zouden kunnen worden, voor welke onderzoeken wij ons in feite zelf een norm hebben gesteid. Dat is ook in het kader van de heroverweging nog eens op schrift gezet. Die f 10.000,-- is dus voor wat het coilege betreft een stelpost. De voorzitter zegt inzake de kwestie van de wijkagent dat het college thans moet inschatten zoals het nu denkt dat de zaak is. En juist één van de redenen waarom het meent dat die f 30.000,-- zou moeten blijven bestaan, ondanks het feit dat het dit nu niet ziet zitten in het kader van een ex- tern onderzoek, is dat er een kans in zit dat men in een later stadium tot de konklusie komt dat er wel degelijk éen extern onderzoek nodig zou zijn. Waar het college aan denkt is een wat beperkter situatie omdat het nu een- maai zo is dat er in de gemeente Haarlem al een ruime mate van ervaring is. Er zijn regelmatige kontakten met Haarlem. Als het landeiijk onderzoek zou bTijken weer nieuwe gegevens op te leveren waardoor men misschien in een later stadium wel een extern onderzoek zou moeten doen, dan blijft die mogelijkheid natuurlijk bestaan. Punt 6. De heer Arnoldy heeft het college in zijn algemene beschouwing reeds lof toegezwaaid voor het resultaat van de werkgroep heroverweging. Kort geleden ontving de raad een opgave van nog te verrichten onderzoeken, mede verbon- den met de werkzaamheden van de werkgroep - dat zijn 40 taken - waaronder een aantal dat zeker tijdrovende voorbereiding zal kosten. Het college an- woordt dat het in de bedoeiing ligt voortaan de begroting hoofdstuksgewijs te bezien. Sprekers fraktie deelt de mening van het college dat dit zeker een programmatische aanpak is. Zij gaat akkoord dat voor deze permanente en omvangrijke taak eveneens een werkgroep wordt ingesteld. Punt 7. De heer Van Emmerik merkt op dat in de commissie financiën de vraag aan de orde is geweest wat het bedrag van f 25.000,nu precies voor be- drag is. Daar wordt in het antwoord niet op ingegaan. Voorts merkt hij op uit de laatste alinea te begrijpen dat voorzover er een subsidieverordening is, primair daaraan het subsidieverzoek getoetst moet worden, maar dat daarnaast de budgettaire afweging een roT gaat spelen Voorzover er geen subsidieverordening is, is het zuiver de afweging, waar- bij dan eventueel het kriterium van f 25.000,een rol speelt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1979 | | pagina 6