14 31 januari 1980
die ontkoppeling gerealiseerd zou moeten worden, zowel net de beheerscom-
missie als uiteraard met de raad, want het is uiteindelijk een beslissing
van de raad. Het college heeft nu in zijn raadsvoorstel slechts de princi-
piële vraag van al dan niet ontkoppeling aan de orde willen stellen. Het
college zou het niet plezierig vinden als nu vastgelegd zou worden dat het
niet vôör 1982 met een voorstel bij de raad zou mogen komen om toch totdie
ontkoppeli ng over te gaan en te effektueren. Stel dat het college in staat
is, juist ook met als achtergrond de opmerkingen die vanuit de C.D.A.- en
de^V.V.D.-fraktie zijn genaakt, een uitstekende kandidaat-voorzitter voor
zo'n bestuurscommissie te vinden, die wellicht eens wat meer aandacht aan
het funktioneren van "Het Oude Slot" zou kunnen geven dan een portefeuille-
houderdie ook nog heel veel andere zaken en dan nog part-time ook, moet
vervullen, dan zou het bepaald niet nu al de mogelijkheid ontnomen willen
zien om met een dergelijk voorstel te komen. Om die reden zou het college
het op prijs stellen als men de principiële ontkoppeling, waar het college
voorstander van is, zou willen aanvaarden en voorts zou willen aanvaarden
dat het college, zo daar aanleiding toe bestaat, bij de raad mag komen -
ook al zou het vöör 1982 zijn - met een voorstel om het te effektueren.
Dat zal dan uiteraard gaan via het bekende overleg vooraf in raadscommis-
sies.
De heer Van Amerongen merkt op dat wat zijn fraktie betreft er best wel
met enige spoed gezocht zou kunnen worden naar een goede onafhankelijke
voorzitter, met name vanwege het feit dat zij denkt dat in verband met het
werk van de wethouder welzijn in de commissie planvoorbereiding en het voor-
bereiden van het hele welzijnsbeleid dat nu juist in intentieve mate aan
de gang is, een zuiverder positie van de wethouder ten opzichte van het
totale welzijnsbeleid een belangrijke zaak is. Wat dat betreft denkt zij
dat het goed is als de wethouder toch op tamelijk korte termijn het voor-
zitterschap van de beheerscommissie zou kunnen neerleggen. Aan de andere
kant is het natuurlijk ook belangrijk dat als dat voorzitterschap en het
wethouderschap ontkoppeld worden, dat dan ook alleen moet gebeuren op het
moment dat men werkelijk een heel goede voorzitter heeft gevonden.
De heer Van Emmerik deelt mede dat zijn fraktie toch wil vasthouden
aan de genoemde periode, maar dat er in die tijd wel gezocht wordt naar
een nieuwe voorzitter, die aan alle vereisten en kwaliteiten voldoet.
Zijn fraktie wil vasthouden aan die periode omdat zij voorziet dat geduren-
de deze periode het voortgezette experiment wel zal voortduren.
De heer Arnoldy merkt inzake het onderwijs op, dat er bijvoorbeeld een
bomenaktie îs geweest, waarvoor alle scholen waren uitgenodigd. Men kan
zich dan afvragen of dat dan langzamerhand niet het karakter heeft van
een onderwijsprojekt.
Sprekers fraktie hecht in grootst mogelijke meerderheid aan de betrokken-
heid van het collegelid dat cultuur in zijn portefeuille draagt, met het
funktioneren in het bestuur van de beheerscommissie en liefst in de funk-
tie van voorzitter. Spreker herhaalt dat zijn fraktie de startperiode van
"Het Oude Slot" nog geenszins ziet afgerond en daaraan wil zij de duide-
lijke betrokkenheid van het college met dit gemeentelijk eigendom verbin-
den, hetgeen voor de gemeente per slot van rekening toch ook een precedent
inhoudt; er is geen eigen ervaring mee. Zij vindt het een zodanig belang-
rijke vorm van beheer dat aan de bestuurlijke verantwoordel ijkheid vande
gemeente toegevoegd gaat worden, dat daarin een wethouder moet funktione-
ren. Het argument dat er ook andere delen in de portefeuille van de wethou-
der zitten geldt voor iedere portefeuillehouder en het zou haar te ver voe-
ren als men zou stellen dat men dan aan êên van de delen minder moet mee-
WKÊÊ