16 31 januari 1980 treft het lidnaatschap en voorzitterschap van de beheerscoininissie van de wethouder welzijn en maatschappelijke zorg vöör het einde van de lopende zittingsperiode van de raad". De heer Arnoidy deelt de mening van de wethouder als deze zegt dathij straks, als dat decentralisatiebeleid en de welzijnssfeer op ons afkomen, die onafhankel ijke positie maxirnaal v/il bedrijven. Spreker heeft in eerste instantie al gezegd te geloven dat het de wethouder wel degelijk is toe- vertrouwd om de twee soorten van verantwoordelijkheden, het specifiek wel- zijn en het beheer als voorzitter in de beheerscommissie van "Het Oude Slot", te scheiden en beide het zijne te geven. Zijn fraktie wil dan ook het gezamenlijk in te dienen amendement ondersteu- nen. De heer Van Ameronqen deelt mede dat zijn fraktie geen behoefte heeft aan dit amendement. Zij heeft ook de indruk dat, nu beide frakties hun standpunt handhaven, het vertrouwen in funktionele decentralisatie bij deze frakties nog niet in voldoende mate aanwezig is. Zij denkt ook dat door het college nu vast te pinnen op deze zaak, v/ant volgens dit amendement mag het college zelfs niet de komende twee jaren de zaak onderzoeken of voorstel- ien doen, in wezen het beleidsvoorbereidende werk van de wethouder welzijn en het coilege, met name nu het gaat om het ontwikkelen van het totale wel- zijnsbeleid, duidelijk worden gefrustreerdZij heeft ook niet kunnen vast- stellen wat nu de keiharde overwegingen zijn om nu uit te spreken dat de wethouder welzijn in ieder geval tot 1982 voorzitter van de beheerscommissie zal moeten blijven. Er is door de heer Arnoldy gesteld dat er nog geen dui- delijk gestruktureerde lijnen van exploitatie zijn, dat het veel geld kost en dat het een gemeentelijk eigendom is. Hij vraagt of daar soms de sugges- tie achter zit dat de heer Arnoldy denkt dat de beheerscommissie geld over de balk heeft gesmeten of denkt hij soms dat het college en de raad geen invloed kunnen uitoefenen op het financieel beleid. De heer Arnoldy zegt dat daar juist de wethouder in zat, dus van over de balk gooien is zeker geen sprake. De sfeer van verdachtmaking die nu op tafel komt heeft hij dan ook niet in zijn woorden gelegd. De heer Van Amerongen is bevreesd dat de heer Arnoldy bang is voor het feit dat de beheerscommissie dat in de toekomst wel zal doen en hij vraagt zich af waar dat op gebaseerd is. Als men kijkt naar de bepalingen van de beheersverordening, dan staat daar in dat de commissie een begroting moet indienen, die ook het college en raad moet passeren, dat binnen die begroting de beheerscommissie dient te funktioneren en dat de financiële administratie en het kasbeheer worden gevoerd door de gemeente. De voorzitter konstateert dat er een amendement is ingediend op het voorstel van het college, met name op de op pagina 6 van het raadsstuk voorkomende tekst: "resumerende stellen wij u conform het advies van de beheerscommissie voor, de exploitatie van "Het Oude Slot" als cultureel centrum voort te zetten, zulks met inachtneming van het hiervoor door ons college gestelde." Het amendement is ondertekend door de heer Van Emmerik, mevrouw Bierman, de heer Arnoldy en de heer De Jong. Wethouder Reeringh heeft in de beraadslagingen die het college hier- over heeft gehad meermalen de gedachte naar voren gebracht die wordt ge- dekt door hetgeen thans in dit anendement wordt neergelegd. Hij heeft er destijds onvoldoende zwaarte aan willen toekennen om reeds toen een af- wijkend geluid in formele zin te laten horen, dus om een minderheidsstand-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1980 | | pagina 16