31 januari 1980
19
de heer M. Sparenburg, Spoorzichtiaan 14, de familie Cupido, Raadhuis-
straat 34, de heer M. Proost, Schouwbroekerstraat 11, mevrouw C. van
Eijk, Voorweg 63, mevrouw C. Siertsema-Teerink, Cuyperslaan 6 en de heer
J.A. Bomans, Herenweg 154.
De heer Van der Hulst brengt naar voren dat ais men als reinigings-
dienst met een toenemend aantal afkeuringen zit en men gaat dan een vuil-
ophaalsysteem uitproberen om in de toekomst dat probleem te ondervangen,
de verwachtingen bij zo'n proef hoog gespannen zijn. Een toch wel onver-
wacht hoog percentage heeft gunstig gereageerd op de proef met de rolem-
mer en daaruit mag het gemeentebestuur de konklusie trekken dat het te-
recht is de rolemmer te gaan invoeren.
Voor het rugklachtenprobleem bij de reiniging is dus gelukkig een oplos-
sing in het vooruitzicht. Er is echter bepaald geen hoera-stemming, want
vöör de proef wist men al dat er voor een aantal bewoners bezwaren en soms
zelfs onoverkomelijke bezwaren zijn, hetgeen is gebleken uit diverse reak-
ties in de proefperiode en tijdens de verdere behandeling.
Het is bepaald niet zo dat het gemeentebestuur alleen oog heeft voor de
misschien wel 90% voorstanders. Juist de 10% serieuze tegenstanders verdie-
nen de volle aandacht. Hij heeft bepaald niet de pretentie dat men aan alle
bezwaren voor 100% tegemoet kan komen en ook het g.t.b., dat in de proef-
periode zeer coulant aan aile moeiiijkheden aandacht heeft geschonken, kan
dat niet. Spreker wil voorop stellen dat zijn fraktie hoopt dat inwoners
die enig bezwaar in het gebruik van de rolemmer zien, deze toch wel gaan
gebruiken om wilie van de belangen die de beladers van de reinigingsdienst
bij het nieuwe systeem hebben. Zij vraagt dus een stukje gemeenschapszin.
Maar als men van een briefschrijver leest dat hij fysiek niet in staat is
deze emmer te verplaatsen, dat ligt de zaak natuurlijk anders. Het is niet
uitgesloten dat buren bereid zijn wekelijks de emmer naar de straat te
rollen. Maar als dat niet mogelijk is dan bevat artikel 4 van de nieuw
vast te stellen verordening een ontheffingsmogeiijkheid: burgemeester en
wethouders kunnen aan de bewoners toestaan dat men vuil in plastic zakken
blijft aanbieden.
Een andere ernstige moeilijkheid is de middenwoning met de smaile gang zon-
der achterom. üok hier vraagt zijn fraktie of de bewoners ernstig willen
proberen aan het systeem mee te werken. In veel gevailen zal de kleinel20
liter emmer hier misschien de oplossing bieden, temeer daar de verordening
in artikel 5 toestaat om per keer - lees per week - twee bundels van 100 x
50 x 30 cm. erbij aan te bieden. In bepaalde gevallen zou een tv/eede kleine
emmer te overwegen zijn. Misschien kan het college zeggen of het in dit
soort bijzonder moeilijke woningen kan toestaan twee kleine emmers te ge-
bruiken zonder al te grote tariefkonsekwenties. Als bij deze tussenwoning
een voortuin aanwezig is valt inderdaad te overwegen de emmer daar te stal-
len. Als dat zonder enige afscherming gebeurt is de aanblik echter weinig
aantrekkelijk. Mogelijk is er iets met beplanting te bereiken. In de com-
missie g.t.b. is de mogelijkheid van een houten kast om de emner heen ge-
opperd. Het g.t.b. zal zeker bereid zijn hierin te adviseren. Velen zullen
echter het stallen achter prefereren, omdat dit dichter bij de plaats is
waar het meeste afval vandaan komt.
Dan is er nog het bezwaar van het minder fraaie beeld op de ophaaldag.
Overigens kan men het beeld dat thans met de zakken en de emmers te zien
is ook niet zo geweldig noemen. De beste oplossing voor dit soort zaken is
de rolemmer niet langer dan nodig buiten te laten staan en juist omdat de
rolemmer eigendom van de bewoner wordt, lijkt het haar niet dienstig anders
gekleurde emmers beschikbaar te stellen omdat de levensduur door toevoeging
van kleurstoffen korter wordt en de bewoner dus eerder een nieuwe emmer
moet kopen. De eerste emmer wordt door de gemeente beschikbaar gesteld en