4
31 januari 1980
schrift. Voorts zal worden nagegaan welke aktiviteiten eventueel in1980
subsidiabel verklaard zouden kunnen worden op grond van de in december
1979 gepubliceerde Tijdelijke Rijksbijdrageregeling ter stimulering van
emancipatie-aktiviteiten.
De heer Van Emmerik verkeerde in de veronderstel1ing dat adressante
al lang schriftelijk bericht had gekregen omtrent de afwijzing van de sub-
sidie, maar nu blijkt dat het coliege alsnog een gemotiveerde afwijzende
beschikking moet sturen. Wil belanghebbende volgens de arob-procedure i,n
beroep gaan, te'beginnen met een bezwaarschrift - spreker neemt aan in dit
geval een bezwaarschrift bij de raad - dan moet men eerst dat schriftelijk
stuk in handen hebben. Spreker vraagt waarom dit zolang geduurd heeft en
of men daar bij volgende gelegenheden rekening mee wil houden.
Wethouder Jager deelt de mening van de heer Van Emmerik. Hij wijst er
wel op dat de onderhavige brief gevallen is tussen het moment van het voor-
stel van het college aan de raad en het raadsbesluit. Het is dus als zoda-
nig niet een reaktie op het raadsbesluit, maar een brief die tussen het
voorstel van het college en de beslissing van de raad op 30 november inzake
het subsidiebesluit is gekonen. Op die grond heeft het college aanvankelijk
gedacht dat het alleen de bedoeling was om mogelijk nog een heroverweging
ten aanzien van het voorstel aan de raad te bewerkstelligenLater heeft
het college begrepen dat men in dit geval toch prijs zou stellen op een
gemotiveerde beschikking van de raad. Daarom zegt het college toe dat deze
komt.
Mevrouw Van der Pas vraagt aandacht voor het feit dat in de commissie
is besproken dat een eventuele subsidieaanvraag in het kader van het hele
welzijnsplan nogmaals zal worden bekeken. Zij vraagt of ook dit aan de Bond
van P1attelandsvrouwen zal worden medegedeeld.
Wethouder Jager antwoordt dat dit zeker het geval zal zijn, want dat is
namelijk êên van de redenen waarom de subsidie, althans voor dit jaar, is
afgewezen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van bur-
gemeester en wethouders besloten.
19. Verzoek van de wijkraad Geleerdenwijk inzake handhaving van de bestem-
ming bos- en weidegebied voor perceel Herenweg 71.
Bij de behandeling van de gemeentebegroting 1980 kwam ook een door dewijk-
raad Geleerdenwijk toegezonden overzicht van nog niet beantwoorde brieven
aan de orde. Eén van deze brieven betreft een aan uw raad gericht verzoek
d.d. 18 juni 1979, waarin handhaving van de huidige bestemming van het ter-
rein Herenweg 71 wordt gevraagd.
Voor dit gebied is een bestemmingsplan in voorbereiding, waarvan het con-
cept de vooroverlegprocedure inmiddels heeft doorlopen. Het concept-plan
voorziet in de bouw van 10 woningen.
Eén van de tijdens het vooroverleg gemaakte opmerkingen betreft het kombi-
neren van de uitweg van het terrein met'de uitweg van het landgoed "Ipen-
rode" naar de Herenweg, v/aarbij in overweging werd gegeven nader overleg
te plegen met Rijkswaterstaat alvorens het ontwerp-bestemmingsplan ter in-
zage te leggen.
Deze opmerkingen hebben wij aan de adspirant-bouwer doorgegeven. Omtrent
de uiteindelijke resultaten van dit overleg met Rijkswaterstaat hebbenwij
nog geen bericht ontvangen, evenmin als omtrent een mogelijke verlenging
of vernieuwing van de door de adspirant-bouwer met de eigenaar gesloten
overeenkomst over de verkoop van het terrein.