mm
wssimsmmm
28 februari 1980
22
4E WIJZIGING UITKERINGS- EN PENSIOENVERORDENING WETHOUDERS VAN
HEEMSTEDE
Heemstede, 12 februari 1980.
Aan de raad,
Bij de Wet van 5 juli 1979, S. 518, is de Algemene pensioenwet politieke
ambtsdragers ingrijpend gewijzigd.
De Uitkerings- en pensioenverordening wethouders van Heemstede, vastgesteld
bij uw besluit van 25 november 1971, nr. 145, sedert gewijzigd, steunt op
genoemde wet, zodat deze verordening met de nieuwe bepalingen in overeen-
stemming moet worden gebracht.
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft ons daarom een aantal wijzi-
gingen aanbevolen van het model der Uitkerings- en pensioenverordening wet-
houders, dat als leidraad heeft gediend voor de vaststelling van bovenge-
noemde verordening.
Deze wijzigingen zijn verwerkt in het u hierbij ter vaststelling aangeboden
wordende ontwerp-besluit tot 4e wijziging van de Uitkerings- en pensioen-
verordening wethouders van Heemstede.
De door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten aanbevolen wijzigingen
zijn voorzien van een uitvoerige toelichting, zodat wij menen met een op-
somming van de voornaamste daarvan te kunnen volstaan.
Beperking minimum-duur uitkering.
Door toevoeging van een tweede volzin aan artikel 2, lid 1, wordt in het
vervolg de minimum-duur van de uitkering van een wethouder, die het ambt
korter dan drie maanden heeft vervuld, beperkt tot zes maanden. Opneming
van deze bepaling is facultatief. In het verleden is aan een dergelijke
bepaling reeds behoefte gebleken. Met name bij de benoeming van een tijde-
lijk wethouder, die slechts korte tijd als/zodanig optreedt, is deze bepa-
ling van belang.
Wijziging kortingsregeling.
üe nieuwe in artikel 4 opgenomen kortingsregeling komt in hoofdzaak hier-
op neer, dat inkomsten uit arbeid of bedrijf, ter hand genomen op of na
de dag van aftreden, voortaan gekort zullen moeten worden, indien en voor-
zover zij samen met de uitkering uitgaan boven de berekeningsbasis. Ook
-1-
2e afd.