22
hogere of meer inkomsten uit arbeid of bedrijf, ter hand genomen bin-
nen één jaar vôör aftreden komen voortaan voor korting in aanmerking.
Tot de hiervoor bedoelde inkomsten wordt in het vervolg mede aangemerkt
de vaste vergoeding, die als raadslid wordt genoten.
Uitbreiding recht op invaliditeitsuitkering.
Tot nog toe bestaat voor een gewezen wethouder, die aan het einde van
de normale uitkeringstijd voor 50» of meer algemeen invalide is, recht
op voortzetting van de uitkering. Bij een lager invaliditeitspercentage
bestaat geen recht op voortzetting, maar kan uw college beslissen of de
uitkering aan betrokkene zal worden voortgezet.
In het nieuwe artikel 2a is thans het recht op voortzetting van de uitke-
ring uitgebreid en wel in die zin, dat bij een algemene invaliditeit van
55» of meer de uitkering 60% van de uitkeringsbasis bedraagt en dat bij
een algemene invaliditeit van 25% tot 55% de uitkering 40% van de uitke-
ringsbasis bedraagt.
Opbouw-percentage pensioenen wethouders.
Een van de meest ingrijpende wijzigingen betekent een veriaging van het
pensioenopbouwpercentage van 3,5% tot 1,75% per dienstjaar, zoals neer-
gelegd in het nieuwe artikel 15. Slechts voor de eerste vier dienstjaren
als wethouder blijft eerstgenoemd percentage gehandhaafd, alsmede voor al-
le vöôr 1 januari 1979 als wethouder doorgebrachte tijd.
Medetelling uitkeringsperiode voor pensioenopbouw.
Krachtens het bepaalde in artikel 15, 4e lid, telt de uitkeringsperiode
in het vervolg voor de helft (0,875% per jaar) mee voor de pensioenopbouw.
Bij een invaliditeit van 55% of meer gedurende de uitkeringsperiode, tel-
len de uitkeringsperiode en de voortgezette uitkeringsperiode volledig
(1,75% per jaar) mee voor de pensioenopbouw.
In het ontwerp-besluit zijn mede verwerkt de bij de wet van 23 mei 1979,
S. 353 en de bij de wet van 11 april 1979, S. 304, aangebrachte wijzigin-
gen van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers
Wij stellen u voor tot vaststelling van bijgevoegd ontwerp-besluit over
te gaan.
Burgemeester en wethouders van HEEMSTEDE
De secretaris,
W.H. van den Hoek.
De burgemeester
O.R. van den Bosch.
-2-
2e afd.
28 februari 1930