2e afd. 28 februari 1980 22
4E WIJZIGING UITKERINGS- EN PENSIOENVERORDENING WETHOUDERS VAN
HEEMSTEDE
De raad van de gemeente Heemstede;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;
gelet op de Wet van 5 juli 1979, S. 518, tot wijziging van de Algemene
pensioenwet politieke ambtsdragers
mede gelet op artikel V van de Wet van 23 mei 1979, S. 353, tot wijziging
van de Algemene militaire pensioenwet en andere overheidspensioenv/etten
en op artikel VII van de Wet van 11 april 1979, S. 304, tot wijzigingvan
de Algemene burgerlijke pensioenwet en andere overheidspensioenwetten en
van een aantal bepalingen in sociale verzekeringswetten die verband houden
met bedoelde wetten;
BESLUIT
Artikel 1.
de Uitkerings- en pensioenverordening wethouders van Heemstede, vastge-
steld bij zijn besluit van 25 november 1971, nr. 146, sedert gewijzigd,
te wijzigen als volgt:
I a. Het opschrift van artikel 2 "Duur van de uitkering" wordt vervangen
door:
Normale duur van de uitkering
b. Artikel 2, lid 1, wordt gelezen:
1. De uitkering wordt toegekend voor een periode gelijk aan het tijd-
vak waarin belanghebbende laatstelijk zonder wezenlijke onderbre-
king wethouder is geweest, doch ten-minste voor de duur van tweeja-
reji en ten hoogste voor de duur van zes jaren.
In afwijking hiervan wordt de uitkering toegekend voor de duur van
zes maanden, indien de belanghebbende korter dan drie maanden wet-
houder is geweest.
II a. Het opschrift van artikel 2a "Bedrag van de uitkering" wordt ver-
vangen door:
Voortzetting van de uitkering
b. Artikel 2a wordt gelezen als volgt:
1. Indien belanghebbende ten tijde van zijn aftreden als wethouder
de leeftijd van 50 jaar heeft bereikt en hij ten-minste tienjaar
zonder wezenlijke onderbreking wethouder is geweest, wordt na af-
loop van de periode bedoeld in artikel 2, zijn uitkering voortge-
zet tot het tijdstip waarop hij de leeftijd van 65 jaar bereikt.
Artikel 2, lid 2, is van toepassing.