5e afd.
24 april 1980
CONCEPT-WENSELIJ KHEIDSPLAN
60
Heemstede, 10 april 1980.
Aan de raad,
Bijgaande treft u de nota concept-wenselijkheidsplan aan, uitgebracht
door de commissie planvoorbereiding specifiek welzijn. De nota gaat ver-
gezeld van de daartegen ingebrachte bezwaarschriften en het commentaar
daarop van de commissie, alsmede van het verslag van de op 3 naart j.l.
gehouden hoorzitting over de nota.
Wij hebben met waardering van de nota concept-wenselijkheidsplan kennis
genomen en danken de commissie voor het tot dusver door haar verrichte
werk. In de nota worden uw raad projekten voorgesteld in de vorm van een
minimumpakket en een aantal afzonderlijke projekten. Uaarnaast wordt hoofd-
stuksgewijze ingegaan op de verschillende werkvormen, de spreiding naar
wijken en de reservering van ruimte voor een eventuele centrale akkommoda-
tie. Zoals valt af te leiden uit het besluit van uw raad d.d. 28 juni 1979
nr. 77, "wijziging procedure planvoorbereiding specifiek welzijn", heeft
het wenselijkheidsplan voornamelijk tot doel om uw raad prioriteiten te
laten stellen binnen het te plannen welzijnsterrein zelf. Vervolgens zul-
len deze projekten kunnen worden afgewogen ten opzichte van de andere be-
leidsterreinen, in het kader van de gemeentelijke beleidsplanning.
Wij zijn in verband hiermede van mening, dat uw raad niet de volledige
nota concept-wenselijkheidsp'lan behoeft vast te stellen. De behandeling
van de nota kan zich naar onze mening in hoofdzaak uitstrekken tot:
- de voorgestelde projekten en de daarmee samenhangende inhoudelijke as-
pekten;
- de onderwerpen waarvan het met het oog op de verdere planningsprocedure
gewenst lijkt dat uw raad zich erover uitspreekt.
In de kantlijn is d.m.v. X aangegeven waar zaken als hier bedoeld aan de
orde zijn.
In de nota is voorts op verschillende onderdelen aangegeven, dat nader
overleg met instellingen en/of nader onderzoek nodig zal zijn. Wij hebben
er begrip voor, dat de commissie op dit moment niet over die onderdelen
kan adviseren.
X Wij menen echter, dat hierover in het kader van de plan- en programmavast-
stelling aan het eind van dit jaar een zo groot mogelijke duidelijkheid
-1-
