5e afd
24 apri I 1980
60
gaan of er evidente overlappingen binnen het bestaande werk aanwezig
zijn. Verder zal ten dele nog overleg met instellingen moeten plaats-
vinden over het met sommige aktiviteiten beoogde doel
Voorts blijkt, dat de commissie geen inzicht heeft kunnen verkrijgen in
de kosten per aktiviteit en de kosten per werkvorm. Zij zai zich nader
beraden over de vraag in hoeverre zij deze gegevens nodig heeft en op
welke wijze zij moeten worden vergaard. Zoals wij in het voorgaande reeds
opmerkten, hebben wij er begrip voor, dat de commissie op dit moment niet
concreter over deze punten kan adviseren. Wij achten het echter van groot
belang, dat de commissie, zoals zij overigens voornemens ts te doen, hier-
over wel adviseert in het kader van het door haar te vervaardigen concept-
plan en concept-programma. De rijksbijdrageregeling sociaal-cuitureel werk
gaat immers uit van subsidiëring van aktiviteiten en niet van subsidiëring
instellingen. Dit is een accentverschuiving ten opzichte van het verleden.
Logischerwijs vloeit hier uit voort de wenselijkheid van het verkrijgen
van een inzicht in de kosten per aktiviteit en/of per werkvorm. Het is te-
vens van belang om kostenvergelijkingen te naken tussen de verschillende
werkvormen. De kosten van de aktiviteiten kunnen in relatie worden gebracht
met het doeldat met de aktiviteiten wordt beoogd.
Dit is van belang voor de prioriteitsstelling. Daarmede wordt uiteraard
niet beoogd de identiteit va,n de insteilingen aan te tasten.
Wei wordt het mogelijk om, zonodig en in overleg met instellingen, doel en
middelen beter op elkaar af te stemmen.
X Wij stellen uw raad dan ook voor om de wenselijkheid te onderschrijven van
het verkrijgen van inzicht in de kosten van aktiviteiten,welk inzicht ver-
kregen zal moeten zijn voordat plan en programma 'k'unnen worden vastgesteld.
Uit het hoofdstuk 1 van de nota (pagina 3) blijkt voorts dat de rijksbij-
drageregeling gecoördineerd bejaardenwerk alleen aan de orde komt in het
kader van sociaal-culturele aktiviteiten. Het gecoördineerd bejaardenwerk
kent zowel sociaal-culturele aktiviteiten als dienstverlenende aktiviteiten
(o.a. maatschappelijke dienstverlening)
De dienstverlenende aktiviteiten zijn nög niet bij het werk van de commis-
sie betrokken. In een later stadiun zal zij daar op terugkomen.
In het kader van deze nota lijkt deze beperking haar geen bezwaar.
In december 1978 heeft uw raad besloten, dat het terrein van de planning
zich ook uitstrekt over de rijksbijdrageregeling gecoördineerd bejaarden-
-4-
fc