5e afd
24 april 1980
60
Hoofdstuk 9 kinderopvang.
X Wij kunnen ons verenigen met de door de commissie gemaakte opmerkingen en
voorgestelde projekten. Wij voegen hier aan toe, dat nu op korte termijn
een subsidieverordening welke zal terugwerken tot 1 januari 1980 voor het
peuterspeelzaalwerk aan uw raad zal worden aangeboden. Dit is ook van be-
lang in verband met de dit jaar te verwachten opheffing van de peuter-
speelgroep uit de Vredenhofkapel als onderdeel van de Stichting Kinder-
dagverblijven Haarlem.
Wij achten het een verantwoordelijkheid van onze gemeente om subsidiëring
van deze peuterspeelzaal over te nenen. Voor het bepaien van de wijze waar-
op deze subsidiëring zal worden overgenonen is het noodzakelijk te beschik-
ken over bovenbedoelde nieuwe subsidieverordening. Op aat moment zal te-
vens kunnen worden bezien of de Vredenhofgroep kan worden samengevoegd
met één of meer andere instellingen op het gebied van peuterspeelzaaiwerk.
De commissie heeft in haar nota een aantal aiternatieven genoemd in het
kader van de ontwikkelingen van het peuterspeelzaalwerk.
Zij heeft reeds aangegeven voornemens te zijn deze ontwikkelingen nader
uit te werken in het iicht van de onderwijsnota en de komende verhuizirig
van de peuterspeelzaalgevestigd in de Heerlhorst.
De spreiding van de peuterspeelzalen over de gemeente zal daarbij even-
eens aan de orde komen. Wij wensen het belang en de prioriteit van dit
onderzoek te benadrukken.
Ten aanzien van het afzonderlijke projekt "uitbreiding opvangnogeiijkheid
peuters" merken wij nog op, dat de nadere uitwerking van het onaerzoek
omtrent de gewenste spreiding naar wijken tot gevolg zou kunnen hebben,
dat een toenemend aantal peuters van de voorziening gebruik gaat maken.
Tot slot stemmen wij in met het door de commissie voorgenonen nader on-
derzoek naar de behoefte aan een kinderdagverblijf
Mede in verband met de onzekerheid over noodzaak en realiseringsmogeiijk-
heid van een echt kinderdagverblijf heeft met nane ook dat deel van het
onderzoek, dat betrekking heeft op buitenschoolse kinderopvang onze be-
iangstelling.
10. Sportieve recreatie, overige sociaal-culturele aktiviteiten, beschik-
baarstel1ing gebouw.
Sportieve recreatie.
X Het geschrevene over de werkvorm sportieve recreatie geeft ons geen aan-
leiding tot het maken van opmerkingen.
-15-