24 april 1980
kunnen worden gege/ven aan vrouwelijk personeel. Om die reden leek het haar
wenselijk dit projekt op te voeren.
De heer flrnoldy vindt het een hoogst discriminerend projekt want hij
weet niet op welke manier een man niet mag bijscho'ien of een vrouw niet
mag bijscholen, ze mogen van hem allemaal bijscholen. Verder vraagt hij cf
dit een projekt is, een intentie of een doelstei1ing
Da heer Van flmerongen kan zich voorstellen dat op een gegeven mcment
een bepaalde groep în een achterstandsituatie zit en het lijkt hem denkbaar
dat men dan zo'n groep voorrarig gaat geven in bepaalde situaties en hij
denkt dat dit niets met discrininatie te maken heeft.
De heer flrnoldy gelooft dat er in. dit huis geen vrouw werkt die zich in
een gediscrimineerde positie bevindt' en hij gelooft dat in dit huis ook
geen enkeie vrouw aanwezig is die niet de vo'lle ruimte zou krijgen van het
gemeentebestuur als zij bijscholing zou verkiezen.
De heer Van Emmerik vindt dat men zou kunnen zeggen dat, zoals het er nu
staat, voorrang wordt gegeven aan vrouwelijk personeelwaardocr dat strij-
dig is met een wetsontwerp, dat pas is ingediend door de minister van bin-
nenlandse zaken, inzake de gelijke behandeling van mannen en vrouwenT"Man-
nen en vrouwen moeten volstrekt gelijk behandeld worden en dat is dan in
aansluiting bij een ai in werking getreden stuk wetgeving waar justitie
weer mee te maken heeft, over gelijke behandeling van mannen en vrouwen b'ij
de arbeid in het algemeen. Het is ook de bedoeiing tot die situatie te komen,
dat mannen en vrouwen volstrekt geiijk behandeld worden. Dat is de intentie
van de wetgever. Er is echter een voorlopige uitzondering gemaakt, dat er
wel gediscrimineerd mag worden, als er van een feitelijke achterstand sprake
is. Hij meent dat dat de achtergrond is van dit voorstelHet gaat er dus om
een feitelijke achterstand op te heffen. Dan is het ook in lijn met de wetge-
ving die er al is en met de wetgeving die er gaat komen,en die ook gaat gel-
den voor de lagere overheden. De gemeenten hebben zich daar straks ook aan
te houden. Dus uit dien hoofde, als het in die zin moet worden opgevat, heeft*
zijn fraktie geen bezwaar tegen dit projekt.
De heer Van flmerongen vindt dat de heer Van Emmerik het projekt juist
heeft geïnterpreteerd! Spreker vindt dat men hier kan spreken van een pro-
jekt, want als men praat over het bij voorrang laten geven van bijscholings-
cursussen en men interpreteert het ook zo dat men het neeft over het stimu-
leren vanuit werkgeverszijde en er op een gegeven ogenblik meer bijscholings-
cursussen gevolgd zullen gaan worden, dan betekent het ock dat het meer geld
kost.
Wethouder Reeringh konstateert dat de P.H.-fraktie het projekt wil nand-
haven. Voorzover het coiiege dit projekt heeft beoordeeld is daarbij niet
gesproken over een situatie die qua voorsprong of achterstand een differen-
tiatie zou kennen.
Er is van uitgegaan dat bij het verkrijgen van hogere funkties geen onder-
scheid gemaakt hoeft te worden. Men hoeft ook niet te verwachten dat dat
gemaakt zai worden, waar het gaat om vrouwen dan wel mannen. Als iemanddoor
bepaaide bekwaamheden of kapaciteiten in aanmerking geacht mag worden te ko-
men voor hogere funkties, dan kan hij of zij de daarvoor geëigende ambteiij-
ke cursussen volgen en dan zal verder o'p bekwaamheid een beslissing worden
genomen. Dat is het uitgangspunt van de meerderheid van het coliege, de
kleinst mogelijke minderheid van het coliege was het daar niet mee eens en
konformeerde zich aan opnemen van het projekt.
De heer Borghouts wijst erop dat door de tv/ee vertegenwoordigers van P.H
**SB2ÊÊÊÊÊiÊÊËÊËBÊÊÊÊÊUÊÊKIÊÊIÊÊJËÊäUÊEBM