24 april 1980
97
in de cornmissie is gezegd, ondat de kaarten in de commissie 4 tegen 2
lagen, dat als die situatie zich voordoet, hun fraktie haar voorstel
zal terugtrekken om het dan aan de orde te stellen bij de nota or.der-
wijs en vorming. Spreker wijst erop dat in de commissie personeelszaken
nog wel één of twee voorstellen bij de subdoelstel1ingen aan de orde
zijn geweest, waar wederom een 4 tegen 2 verhouding bleek en dat toen ook
bij die subdoelsteliingen waar dit projekt aan opgehancen is, een 4 tegen
2 verhouding bleek. In die situatie, als die zich in de raad ook voordoet,
gaat men zeggen: ik trek het in en zal het de volgende keer v/eer aan de
orde stellen. Nu echter blijkt dat die verhouding zich in de raad niet voor
doet, in tegenstelling tot de commissie, is het een andere situatie.
De heer Van Emmerik deelt mede dat zijn fraktie alle reden vindt, ook
vanuit de wettefijke opstelling, om ja te zeggen tegen dit projekt, als
het geïnterpreteerd moet worden zoals hij dat straks heeft aangegeven.
De voorzitter schorst de vergadering te 17.33 uur en heropent deze te
17.44 uur.
De heer Van Amerongen zegt dat er wat onduidelijkheid is geweest over
de omschrijving van het projekt. De heer Van Emmerik heeft ook gevraagd
naar de interpretatie van het projekt. Het leek zijn fraktie toch beter
de omschrijving van het projekt zo te wijzigen dat er geen verschil van
mening meer zou kunnen ontstaan over de wijze waarcp men dit projekt zou
kunnen interpreterenDe nieuwe omschrijving luidt dan ook: Ter opheffing
van achterstandsituaties het bij voorrang vrouwelijk personeel de gelegen-
heid bieden bijscholingscursussen te volgen gericht op bezetting van hoge-
re funkties.
De heer Arnoldy vraagt hoe de P.H.-fraktie er tegenover staat als de
redaktie zou worden: voor het geval dat achterstandsituaties aanwezig zijn
enz.
De heer Van Emmerik kan met de formulering "Ter opheffing van achter-
standsituaties" akkoord gaan.
De voorzitter schorst de vergadering te 17.'47 uur en heropent deze te
17.56 uur.
De heer Van Amerongen deelt mede dat zijn fraktie vooriopig vasthoudt
aan de omschrijving van het projekt, zoals dat zojuist door haar is voor-
gesteid.
De heer Arnoldy zegt dat zijn fraktie het P.H.-voorstel wil amenderen,
zodat de teFst komt te luiden: Voor het. geval dat sprake is van een ach-
terstandsituatie het bij voorrang vrouwelijk personeei de gelegenheid bie-
den bijscholingscursussen te volgen, gericht op bezetting van hogere funk-
ties. Op die wijze wordt uit de redaktie de suggestie weggenoraen aisofeen
achterstandsituatie bij het vrouwelijk personeei in Heemstede een feite-
lijke zaak zou zijn. Hij geiooft dat ook een redaktie "voor die gevallen
dat" de suggestie impliceert dat die gevallen aanwezig zouden zijn en hij
gelooft niet dat hij die zaak ten aanzien van Heemstede en haar beieidmag
veronderstellen. Ais'men zegt "voor het geval dat" dan is dat bedoeld te
zijn een uitdrukking in zijn algemeenheid.
De heer Van Emmerik begrijpt dat de heer Arnoldy in zijn tweede versie
vooruitloopt op wat spreker eventueei van plan was hier ais mogelijk amen-
dement ter sprake te brengen.
Wethouder Reeringh deelt mede dat het coilege in deze zaak heeft beslo-
ten een wat afwachtende houding aan te nemen. Bij deze diskussies in de