98
24 april 1930
sfeer van de beleidsplanning wordt niet al te moeilijk gedaan als een
meerderheid van de raad voor een bepaalde formulering opteert naar aan-
leiding van een amendement op een oorspronke)ijk ingediend projekt. Dan
luistert het college daarnaar en konformeert zich daaraan. Feitelijk
merkt hij op dat voorzover het college bekend zeker niet een situatie
bestaat dat vrouwen doelbewust geweerd worden uit hogere funkties, dat
daarentegen ,en dan spreekt hij met name over de secretarie, vrouwen wor-
den gestimuleerd.
De heer Van Emmerik konstateert dat er nu eigenlijk drie versies op
tafel liggen, te beginnen bij de V.V.D. "voor het geval dat", aan de ar.de-
re kant "ter opheffing van achterstanden" en bij zijn fraktie ligt de ver-
sie voor "in die gevallen dat sprake. is van een achterstandsituatie"
De voorzitter merkt op dat a)s de C.D.A.-fraktie met een amendement wil
komen, zij dit op schrift moet stellen. Daarna zal het amendement dat de
verste strekking heeft het eerst in stemming komen.
De heer Van Amerongen deelt mede dat zijn fraktie haar amendement in-
trekt, na het amendement van het C.D.A. gehoord te hebben. Zijn fraktie
sluit zich aan bij het amendement van het C.D.A.
De heer Arnoldy acht het amendement van het C.D.A. in ieder geval een
grote vooruitgang ten opzichte van hetgeen eerst was geredigeerd.. Hijblijft
echter van mening dat de idee die bij hem voorligt in de tekst van de V.V.D.
wat zuiverder overkomt. Hij neemt echter aan dat, zoals het C.D.A.-amende-
ment is geredigeerd, de ruimte open blijftdit projekt te lezen op de wijze
zoals zijn fraktie het vertaalt. Uit praktische overwegingen wii zij dan
ook meegaan met het amendement van het C.D.A.
De voorzi tter konstateert dat de raad dit projekt met algemene stemmen
op lijst I plaatst.
3.11.00
De heer Van Fmmerik acht het duidelijk uit de toelichting van het colle-
ge dat het van memng is dat dit projekt vooralsnog niet ware op te voeren.
Sprekers fraktie betreurt dat.
Zij heeft hier de intentie tot uitdrukking willen bkengen dat men in Heem-
stede al het mogelijke moet doen om een bedreigde woonfunktie te beschermen
en te handhaven. Zij was zo voorzichtig geweest voorlopig alleen maar te
spreken over het nemen van een proef op een gedeelte. Het kan over een be-
trekkelijk klein gedeelte gebeuren en hoeft ook niet zo veel te kosten.
De voorzitter antwoordt dat het co'llege nogal wat brieven heeft ontvangen
uit de omgeving van de César Francklaan en Franz LehäVlaan en dat het naar
aanleiding daarvan besloten heeft metingen te doen. h'et college is van oor-
deel dat het ook eerst de aard van de hinder moet bekijken voordat het kan
beoordelen op welke wijze op deze situatie zou moeten worden geantwoord.
Een tweede punt is dat de wet straks ook normen zal stellen hoe in'deze te
handelen.
De heer Van Emmerik vraagt op welke termijn het college de resultaten
van metingen en onderzoek verwacnt.
kiethouder Jager antwoordt dat bij dit onderzoek het belangrijkste punt
niet de metingen op zichzelf zijn, maar de neetopstelling, dus het uitzoe-
ken van de plaatsen en de momenten die het beste zijn om een reëel beeld
te geven van de hinder die optreedt. Dat kost de meeste tijd. Als dat een-
maal is vastgesteld dan zijn de metingen vrij .snel gebeurd en hoeft de rap-
portage ook niet lang meer op zich te laten wachten. Hij denkt dat de metin-