24 april 1980
99
gen wel vôôr de zomervakantie plaats zullen kunnen vinden en dat de rap-
portage omstreeks augustus/september voorhanden zal zijn.
De voorzitter konstateert dat de raad zich met de opstelling van het
college verenigt.
3.11.01 en 3.11.03
Mevrouw Van der Pas deelt mede dat haar fraktie verheugd is dat het
college. positief staat tegenover het voorstel om in het kader van de plan-
ning en de inspraak in de Indische wijk het realiseren van een speeltuin
tot de mogelijkheden te laten behoren. Zij vraagt of dit nu betekent dat
dit een konkreet gegeven is of dat het college zegt dat het daar sympathiek
tegenover staat. In dat geval zou zij daar in de memorie van antwoord op
willen terugkomen.
Wethouder Willemse antwoordt dat het college sympathiek tegenover het
idee staat en dat men moet afwachten op welke wijze, ook in het kader van
de nog te houden inspraakprocedures, een algemene vraag uit de wijk komt
en dan moet worden bekeken hoe men dat zou kunnen realiseren, ook op plano-
logisch gebied.
Mevrouw Van der Pas vraagt of dat betekent dat het college afwacht wel-
ke reakties daarop komen of dat het zelf een voorstel doet in het kader
van de hoorzitting in de Indische wijk.
Wethouder Willemse lijkt het, als blijkt dat dit een objekt is dat veel
belangstelling ontmoet, dat het dan ook als één van de voorstellen die in
de inspraak zullen gaan, kan worden meegenomen. In de inspraak die geweest
is, is het niet als zodanig als een objekt naar voren gekomen, wel speel-
gelegenheden in het algemeen.
Mevrouw Van der Pas zegt dat ongetwijfeld bekend zal zijn dat in het ka-
der van de enquête die onder de bevolking is gehouden ten aanzien van de
welzijnsvoorzieningen, deze vraag duidelijk naar voren is gekomen.
Wethouder Willemse acht dat een andere zaak, want de suggesties die van-
uit de commissie planvoorbereiding komen, zullen nog gedestilleerd moeten
worden.
De voorzitter konstateert dat de raad akkoord gaat met de cpstelling
van het college.
3.41.03
De heer Van Amerongen wil de omschrijving van het projekt amenderen in
die zin, dat er met meer gesproken wordt over een voetpad maar over een
fietspad, vanwege het feit dat men op een fietspad wel mag lopen maar op
een voetpad niet mag fietsen.
De voorzitter zegt dat de verkeerscomnissie tot dezelfde konklusie is
gekomen. Het college heeft er geen moeite mee dat over te nemen.
De voorzitter konstateert dat de raad akkoord gaat met plaatsing op
1 ijst TT
3.43.00
Mevrouw Bierman zegt dat haar fraktie een nieuwe doelstelling van die
strekking heeft opgevoerd. In eerste instantie stond haar daarbij een aan-
tal konkrete kleine eenvoudige naatregelen voor ogen, waarover zij wel
ideeën had, maar waarvan zij niet een konkrete lijst had. Daarom is zij
uiteindelijk tot deze formule gekomen, onderzoek en met name de inventari-