24 april 1980 105 eenvoudig niet anders want men moet het ergens uitvoeren. Er zijn wel en- kele vormen van sportieve recreatie die volledig buiten alle akkommodatie- vormen kunnen worden uitgeoefend, maar doorgaans ligt dit anders. Het be- tekent dat verenigingendie gebruik maken van sportakkommodatiesvan de^ hun gegev-en vrijheid moeten inleveren. Het geeft ook problemen voor de wij- ze waarop de sportieve recreant dat doet. Er zijn intussen gegevens bekend, van sport-medische zijde, zij het dat deze een voorlopig karakter moeten hebben omdat het proces pas kort aan de gang is. Daaruit biijkt dat de spor-j tieve recreatie niet een zaak is die men zo maar even vrij door de bevolkint met het oog op de eigen gezondheid, kan toelaten. De gegevens die daarover intussen naar buiten komen zijn altijd verontrustend als er sterfgevallen of hartinfarkten aan de orde zijn met alles wat daarbij behoort. Een lo- gische gedachte lijkt dus te zijn dat de sportieve recreant zich minstens .laat begeleiden door terzake kundige organisatiesEn dan heeft men het pro-, bieem: wie is terzake kundig als organisatie? Dat kan per definitie bijna niet anders zijn dan de georganiseerde vereniging en als nu de vraag wordt gesteld aan een vereniging of men gelegenheid, zin of ambitie heeft om spor- tieve recreanten binnen de muren toe te laten, dan kan nen bij voorbaat ver-; wachten dat die vereniging thans voor een beantwoording vari die vraag nog niet gekonditioneerd zal zijn, omdat voorlopig het hele probleem sportieve recreatie nog niet in hun aandachtsveld verkeert. Vandaar dat de zin achter dit projekt deze is, dat de gemeente met name stimulerend moet werken om de kontakten met de verenigingen in het kader van de sportieve recreatie naar ,j de burger toe te stimuleren. 1 Sprekers fraktie gelooft dat dit een zeer zinvolle daad zou zijn. Het ant- woord van het college, dat als er een projekt komt het kontakt zal opnemen j| en het projekt zal opvoeren, is nog afstandelijker dan bijvoorbeeld het kom-j mentaar op de automatische informatieverwerking. Het is een zaak die in pro-| ces ligt en die moet gaan groeien. Dat laat zich niet vangen in een projekt Het is een kwestie van een gerichte aktiviteit waar financiële middelen aan gebonden zijn. Willen de sportverenigingen op dit punt een eigen initiatief ontwikkelen dan zullen ze daarvoor minstens enige financiëie begeleiding nodig hebben. Dat is de reden dat dit thans nog niet begroot kan worden,maa men kan wel op zich nemen daarin een zekere dynamiek te bedrijven, want er komen op den duur diskrepanties uit te voorschijn als men dat zou nalaten. Daarom wil zijn fraktie met kiem aanbevelen dit toch als projekt te aanvaar- den. De heer Van Emmerik begrijpt uit de reaktie van het coilege dat het de- ze zaak eigenlijk nog te weinig konkreet vindt om het nu al de projektstatus te geven. Hij vraagt of het niet zaak is deze kwestie nog eens door te pra- ten in de sportstichting, waarin verschi1lende raadsleden en de wethouder van sportzaken zitten, terwijl daarin ook de plaatselijke sportwereld verte- genwoordigd is. De heer Van Amerongen is er niet van overtuigd dat thans een projekt in deze richting moet worden opgevoerd. Hij heeft ook begrepen dat de sportieve recreatie ook het werkterrein is van de commissie planvoorbereiding speci- fiek welzijn, die natuurlijk ook met deze zaak worstelt. Duidelijk is voor hem dat men thans nog zo in een beginfase zit van een verkenning van deze zaak, dat hij niet ziet hoe men daar een projekt voor zou kunnen opvoeren. Wethouder Jager antwoordt dat de argumentatie van de heer Arnoldy, waar- in eigenlijk een doeltreffend pleidooi voor sportieve recreatie wordt gehou- den, door het college wordt onderschreven. Het probleem is dat de plancom- missie voorbereiding specifiek welzijn een poging heeft gedaan om boven ta- fel te krijgen wat er thans is aan sportieve recreatie in deze gemeente en

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1980 | | pagina 21