116
24 april 1980
nog eens bespreken. Hij gelooft niet dat het verstandig is alvast een
zekere sfeer te gaan kweken en deze hele zaak ten onrechte in een dag-
licht stellen dat het niet verdient.
Mevrouw Noorman is in haar benadering wat verder gegaan dan bijvoorbeeld
de heer Van Emmerik. Zij heeft ai aangegeven hoe het naar de smaak van
haar fraktie zou moeten gaan met betrekking tot het onderzoek verkleining
sporthal en/of tennishal en vermindering van het aantal vierkante meters
overdekt badwater. Spreker zou zich wat dat betreft meer op de lijn yan
de heer Van Emmerik willen stellen, die gesteld heeft akkoord te gaan met
het inbouwen van de bekende in de motie tot uiting komende voorwaarden met
de aanzet en hoe dat er dan straks feitelijk inhoudelijk uit zal zien zul-
len we dan wel beoordelen, als het maar zo is dat binnen het kader van die
nieuwe opzet de gekozen filosofie in stand blijft. Trouwens ook mevrouw
Noorman heeft zich akkoord verklaard met het in stand houden van die filo-
sofie. De heer Arnoldy heeft gevraagd naar de wijze waarop verder het on-
derzoek zal plaatsvinden, of er een kalkulatie, eventueel samen met een
deskundige partikuliere onderneming, zou dienen plaats te vinden. Spreker
gelooft dat het verstandig is thans terug te gaan naar onze adviseurs, na-
melijk Sportfondsen Nederland, die men op geen enkele wijze deskundigheid
op dit terrein kan ontzeggen, alsmede naar de toetsende instantie, het bu-
reau bad- en zweminrichtingen van de V.N.G. Dat zijn twee instantiës die
elkaar aanvullend in staat mogen worden geacht ons in de tweede fase be-
hulpzaam te zijn bij het formuleren van het uiteindelijke voorstel dat kon-
kreet moet aangeven hoe onze plannen gereaiiseerd moeten worden.
Mevrouw Noorman heeft het betoog van de heer Arnoldy niet goed begrepen.
Zij heeft er de meeste moeite mee dat hij de ene keer zegt dat men onderne-
mer moet zijn en durven, terwijl hij de andere keer zegt te vinden datmen
niet boven de 1,5 miljoen per jaar mag uitkomen, maar dat als het 2 mil-
joen wordt, men daar niet bang voor moet zijn. Daarnaast heeft hij gespro-
ken over de opbouw van het bedrag van 1,5 miljoen zoals dat in het college-
voorstel staat en daarvan heeft hij gezegd dat men die bedragen ook op an-
dere manieren zou kunnen uitrekenen en dan aan veel meer ruimte zou komen.
Zij vindt dat een wat vreemd verhaalDe bedragen die in deze opstelling
genoemd zijn komen uit de begroting voor 1980 en daar staat f 662.525,
Hoe men het ook wil uitrekenen: dit zijn de bedragen waarvan men zou kun-
nen zeggen dat daar thans budgettaire ruimte voor is.
Zij wijst er ook nog op dat het bedrag van f 465.000, dat opgenomen is
in de meerjarenraming als een geraamd tekort voor de te bouwen sporthal
een bedrag is waarover de raad zich in feite nog niet heeft uitgesproken.
Het is nog niet gezegd dat de raad, zo men die aparte sporthal was gaan
bouwen, uiteindelijk met dat exploitatietekort voor zo'n projekt akkoord
zou zijn gegaan.
De wethouder heeft gesteld dat we nu alleen praten over een multi-funktio-
neel sportkomplex, over de invulling v;aarvan hij thans niet uitgebreid
meer kan ingaan en dat het college zal meenemen wat daarvan in de commis-
sie en in de raad gezegd is. Zij hoopt dat de wethouder dan ook zal meene-
men de inhoudelijke opmerkingen die zij daarover gemaakt heeft.
Zij is verheugd dat het college zich in de motie kan vinden. De wethouder
heeft alleen niet gezegd hoe zijn opstelling is ten opzichte van de tweede
alinea van de motie, onder het kopje "overwegende dat", waar vermeld staat:
dat het aangekondigde onderzoek ook zou kunnen leiden tot een opzet waar-
bij het exploitatietekort minder dan 1,5 miljoen per jaar zal gaan bedra-
gen. Zij hoopt dat dit zo uitgelegd kan worden dat het college zijn best
zal doen tot een zodänige opstelling_te komen.
De motie sluit met een verzoek om bij de opstelling uit te gaan van een op
