118
24 april 1980
de reële behoefte is, tenzij de wethouder bronnen of rapporten kent waar-
uit blijkt dat in Heemstede binnen dat jaar een andere reële behoefte is
ontstaan.
Wethouder Reeringh kent geen andere cijfers.
Mevrouw Noorman neemt dan aan dat de wethouder dat draagvlakonderzoek
als dé reële Heemsteedse behoefte beschouwt.
Wethouder Reeringh zegt dat de reële Heemsteedse behoefte op dat moment
het draagvlakonderzoek was. Hij heeft voorshands geen aanleiding thans iets
anders te veronderstellen, maar hij zal dat als vraag in het overleg opvoe-
ren.
De voorzitter konstateert dat de raad akkoord gaat met de opvoerir\g van
de 1J miljoen in het projektensysteem, uiteraard met inachtneming van de mo
tie, die daarbij tegelijkertijd door de raad is aangenomen.
XI. 9e wijziging bezoldigingsverordening ambtenaren 1975. (volgnr. 59)
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
XII. Concept-wenselijkheidsplan. (volgnr. 60)
Mevrouw Van der Pas brengt naar voren dat de decentralisatie van het
welzijnsbeleîd, waarbij de zozeer gewenste harmonisatie en de subsidie-
toewijzing onder verantwoordelijkheid van de lokale overheid zal plaats
vindenvanavond gestalte krijgt in de bespreking van het concept-wense-
lijkheidsplan.
De samenstelIing van dit plan is het resultaat van een periode van inten-
sieve arbeid van de commissie planvoorbereiding specifiek welzijn en de
ambtenaren die hierbij betrokken zijn. Zij wil dan ook beginnen de com-
missie te komplimenteren met dit werkstuk.
Het is bekend dat andere gemeenten onze opzet en verdere uitwerking van
de inventarisatie van het bestaande welzijnswerk als voorbeeld voor eigen
opzet hebben gekozen.
De grondige aanpak op basis van de richtlijnen die CRM ten aanzien van de
decentralisatie heeft gesteld is door haar fraktie van harte ondersteund,
omdat alleen op deze manier een duidelijk inzicht kan worden verkregen in
het bestaande werk en de wensen en behoeften die er in de gemeente leven.
Sinds de jaren zestig zijn de welzijnsvoorzieningen in omvang en ver-
scheidenheid op gigantische wijze gegroeid. Dat was nodig en gewenst om
tegemoet te komen aan de behoeften en wensen binnen de samenleving; de
ontplooiing van het individu is vooral de laatste twee decennia centraal
komen te staan; de toegenomenvrije tijd heeft de vraag naar een zinvolle
besteding daarvan doen toenemen.
Groepen in achterstandsituaties verlangden terecht gelijkwaardige ont-
wikkelingskansen en op een aantal terreinen van zorg, educatie en recrea-
tie waren nogal wat onvervulde wensen.Die groei was ook mogelijk omdat
door de sterke stijging van de welvaart de financiële bomen welhaast tot
in de hemel konden groeien. Een ondoorzichtig subsidiebeieid en de daar-
door ontstane knelpunten zijn mede aanleiding geweest tot decentralisatie
van het welzijnsbeleid, een beleid dat - en dat onderschrijft haar frak-
tie van harte - dichter bij de basis gestalte moest krijgen.
De financiële konsekwenties hiervan komen echter geheel ten laste van de
lokale overheid en dan memoreert zij in dit verband o.a. het aanstellen
van een extra welzijnsambtenaar en het instellen van de commissie plan-
voorbereiding.
In de commissie welzijn is de vraag aan de orde gesteld of de commissie