24 april 1980 121
Bij de mogelijkheid tot samenwerking van de 3 instellingen is zij het
eens met het college dat deze mogelijkheid zorgvuldig en iri nauw over-
leg met de instellingen moet geschieden, waarbij het behoud van identi-
teit gewaarborgd moet zijn.
Het voorstel van het college voor wat betreft scouting kan zij onder-
schrijven, waarbij zij het onderzoek naar eventuele wijziging van de
verordening ook met belangstelling tegemoet ziet.
De subsidie-aanvraag van de Stichting Samen Koken Samen Eten zal inder-
daad in gewestelijk verband bekeken moeten worden.
Aanders ligt het met betrekking tot de aanvraag van de Diaconie der Her-
vormde Gemeente. Zij betreurt dat deze instelling de noodzaak van een
eerder kontakt met de geraeente niet heeft onderkend, temeer daar bekend
is dat met deze sociaal-kulturele aktiviteit een groot aantal ouderen
bereikt wordt. Een diskussie in de commissie planvoorbereiding heeft door
de late indiening van de subsidie-aanvraag niet kunnen plaatsvinden. De
afweging of ook deze aktiviteit tot het minimumpakket zou moeten behoren,
heeft dus ook niet kunnen plaatsvinden. Haar vraag is nu dan ook hoe het
college denkt de procedurele invulling van de financiële konsekwenties in
deze voor te stellen.
Bij hoofdstuk 6 gaat ook haar fraktie akkoord met de konklusies van de
commissie in deze.
In de sector kunstzinnige vorming is zij met de commissie planvoorberei-
ding van mening, dat het wenselijk is te stimuleren dat de ontwikkeling
van aktiviteiten binnen de gemeente op het gebied van kunstzinnige vor-
ming prioriteit verdient en stelt dan ook voor het collegevoorstel in deze
als volgt te amenderen: "Ondergetekendenleden van de VVD-fraktie, stel-
len voor: het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.24 april 1980
betreffende de subsidiëring Kunstzinnige Vorming als volgt te wijzigen:
De ontwikkeling van de aktiviteiten t.a.v.kunstzinnige vorming ten bedra-
ge van f.3.500,-- conform het advies van de commissie planvoorbereiding
in het minimumpakket op te neraen." (getekend S.v.d.Pas-Bouman, A.J.Snoep-
Mook en H.Arnoldy).
Zij ondersteunt de mening van het college dat gelden ten behoeve van buurt-
samenwerkingsverbanden voor organisatiekosten ter beschikking gesteld moe-
ten worden.
Ook de voorstellen onder hoofdstuk kinderopvang kan zij onderschrijven,
waarbij zij nog opmerkt dat eerr éënvormige subsidieregeling t.a.v.de peu-
terspeelzaalleidsters een goede zaak.is en zij ziet deze dan ook wederom
met belangstelling tegemoet.
De opraerkingen van het college in de hoofdstukken 10, 11 en 12 hebben geen
aanleiding gegeven tot opmerkingen. De heer Arnoldy is al uitvoerjg op de
sportieve recreatie ingegaan en ten aanzien van de voorstellen in hoofd-
stuk 11 en 12 gaat zij akkoord met het collegevoorstel
Verder vraagt zij of het college kan aangeven hoe de stand van zaken is
m.b.t. de opmerkingen die in de enquête onder de bevolking zijn geraaakt en
geen betrekking hadden op het specifiek welzijn.
Tot slot gevoelt zij de behoefte te konstateren dat in de gemeente Heeraste-
de een aanzet is gegeven door de inventarisatie en de uitwerking daarvan om
te komen tot een samenhangend welzijnsbeleid. Zij hoopt dat in de komende
jaren met dezelfde inzet op de ingeslagen weg zal worden voortgegaan, waar-
bij naar de mening van haar fraktie het democratiseringsproces binnen het
welzijnswerk zeker de nodige aandacht zal moeten krijgen.
De heer Hofland zegt dat de C.D.A.-fraktie zeer veel waardering heeft
