24 april 1980 127 Het college nuanceert in het raadsvoorstel de opmerking van de plancom- missie, die inhoudt dat het ongewenst is dat instellingen hun gebouwen gratis beschikbaar stellen aan derden. Met die nuancering door het college aangebracht is zijn fraktie het eens. Verder schort zij haar oordeel op. Er zijn misschien best nog mogelijkhe- den dat zijn fraktie ook uiteindelijk tot de konklusie kont dat er nog wel meer gelegenheden te bedenken zijn dat een gebouw gratis ter beschikking wordt gesteld. De plancommissie zegt op bladzijde 49 dat zij op deze kwes- tie terugkomt. Dan kan de zaak opnieuw bekeken worden. Het voorstel van de meerderheid van het college inzake de "aanstelling eerste half-time opbouwwerkster/ker" heeft zijn fraktie verwonderdDie meerderheid zat er kennelijk ook enigszins mee: nog nooit heeft zijn frak- tie zo'n verdeeld raadsvoorstel gezien. Het collegiale bestuur is bij dit onderdeel ver te zoeken, wellicht kan er iemand gevonden worden/aangesteld worden die het college behulpzaam is bij hun samenwerkingsverband. Zijn fraktie acht het hoofdstuk in het concept-wenselijkheidsplan over het op- bouw- en aktiewerk éën van de meest geslaagde, in die zin, dat het ruim voldoende aantoont dat er de komende tijd werk te over is voor een opbouw- werker/ster. Alle leden van de plancommissie waren het dar, ook over dit onderdeel van het minimumpakket geheel eens. Sterker nog, een ieder gaf een hoge tot zeer hoge prioriteit aan dit deel. Spreker wil toch nog pro- beren de tegenstanders van dit onderdeel tot andere gedachten te brengen. Sprekers fraktie ziet twee funkties voor een opbouwwerker/ster: 1. het ondersteunen, behulpzaam zijn, adviseren van buurtsamenv/erkingsver- banden en groepen van de bevolking in verschillende situaties; 2. het bevorderen van de betrokkenheid van de bevolking of groepen daaruit bij de eigen woon- en ieefsituatie, het boven tafel brengen van wensen, kortom het organiseren van de vraag. Nu kan men wel stellen dat Heemstede geen grote stad is, dat er geen grote stad-problematiek is, maar dan wijst spreker erop dat er wel problematie- ken zijn, dat er ook wensen zijn en dat er blijkt als men het over de funk- tie van het organiseren van de vraag heeft, dat met name wanneer een plan- commissie gaat inventariseren in Heemstede, juist uit die wijken, waar enig los of wat vaster verband bestaat, de respons van de bevolking het grootst" is. Hij vraagt zich dan ook af of er inderdaaa sprake kan zijn van een weg naar een samenhangend welzijnsbeleid als men niet nu reeds een opbouwwerker/ ster aanstelt, als men niet besluit tot opneming van het projekt in het mi- niumpakket. Wie zal nu kunnen ontkennen dat die twee funkties niet of nog niet nodig zijn in Heemstede? "Tengevolge van de historische ontwikkeling en door de later stedebouwkun- dige invulling van het grondgebied bestaat de gemeente uit tamelijk los van elkaar liggende wijken en buurten. Door dat patroon heen speelt het typisch forensen-karakter. Sociaal gezien betekent dat een extra spanningsveld bij het streven naar samenleven, samendoen en samenhang tussen de geledingen". Dat zijn woorden die de voorzitter kon lezen in de karakterschets van Heem- stede, die hij heeft ontvangen toen hij belangstelling had getoond voor het burgemeesterschap in Heemstede. De fraktie die die passage inbracht is de V.V.D. Sprekers fraktie was het met die zinsnede volkomen eens. Dat extra spanningsveld wenst zij te verminderen. Een opbouwwerkster/ker is daartoe een goed hulpmiddel. Men zou verwachten dat de fraktie die de analyse pleeg- de ook bereid zou zijn het gesignaleerde probleem te doen verminderen. Er is ook een tweede lijn naar haar idee welke leidt tot aanvaarding van dit deel van het plan. Wij voeren in Heemstede - althans daar streeft men naar - een open beleid. De bevolking krijgt veel informatie van allerlei aard. Daar moeten de burgers ook op leren inspelen. "Wij gelcven met volle-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1980 | | pagina 43