29 mei 1980
154
te stippelen.
Een half jaar geleden kon het college de raad een vijf-jarig dekkings-
plan presentereri, dat ondanks Bestek '81 vanwege de relatief gunstige
financiële positie van de gemeente Heenstede een perspektief bood waar-
mee te werken viel.
Maar omstreeks de jaarwisseling bleek Bestek '81 volgens dit kabinet
nog gevolgd te moeten worden door een extra bezuiniging van enkele mil-
jarden, waarbij de gemeenten bovenop de Bestek-maatregelen nog eens
233 miljoen zouden moeten bezuinigen, een bedrag dat enkele jaren later
weer mogelijk verlaagd zou worden tot ongeveer 150 miljoen, omdat er
sprake zou zijn van zogenaamde meevallende nominale ontwikkelingen.
Nu het jaar 1980 bijna voor de helft om is, hebben de gemeenten dan
emdeiijk enkele dagen tarug bericht van de staatssecretaris gekregen
over het bedrag dat dit jaar nog extra ingeieverd noet worden. Van het
college zouden we graag willen horen, om welk bedrag het voor Heenstede
zal gaan.
Voor ons is duidelijk dat door dit hakketak-beleid van de rijksoverheid,
waarbij zoals het er nu naar uitziet de gemeenten onevenredig zwaar wor-
den gepakt, de gemeenten niet eens de tijd hebben gekregen om de door
dit kabinet opgelegde extra bezuinigingen ook werkelijk in te vullen.
In november jongstleden hebben wij bij de behandeling van de begroting
1980 ons op het standpunt gesteld dat het voor dit jaar niet nodig was
de onroerend-goedbelasting te verhogen, waartoe de raad ook unaniem heeft
besloten.
Was er toen al zicht geweest op de extra bezuinigingsplannen van dit ka-
binet, dan had ons standpunt er naar alle waarschijnlijkheid wel anders
uitgezien. Nu het zo lang heeft geduurd voordat we van het rijk te horen
kregen hoeveel de inkomsten van de gemeenten gekort zullen worden, lijkt
de kans uitgesloten dat de gemeente zijn beleid in 1930 nog op verant-
woorde wijze in een vloek en een zucht hierop zal kunnen aanpassen.
En dit betekent dat de gemeente gedwongen zal kunnen zijn deze narig-
heid naar 1981 door te schuiven, hetgeen ook kan inhouden dat een extra
verhoging van de onroerend-goedbelasting voor dat jaar noodzakelijk zal
kunnen zijn, opdat huidige en gewenste voorzieningen niet in gevaar zul-
len komen.
In dit verband spreekt de zeer eenzijdige benadrukking van het belang
van het voorkomen van schoksgewijze aanpassingen van belastingen en re-
tributies in een schriftelijke vraag van de V.V.D.-fraktie ons in het
geheel niet aan. Het doet dan ook wei zeer obligaat aan de V.V.D.-frak-
tie een maand geleden nog te horen pleiten voor het bouwen van een sport-
paleis, onder het wei heei simpele motto van hoe groter en mooier, hoe
lager het exploitatietekort.
Met de reaktie van het coliëge waarin wordt gesteld dat de door de V.V.D.-
fraktie in het zonnetje gezette doelstelling onverlet iaat dat telkenmâlê
bij de vaststel1ing vanhet dekkingsplan een afweging moet plaatsvinden
tussen gewenst voorzieningenniveau en aanvaardbare belastingdruk, wordt
deze doelstelling weer geplaatst waar die thuishoort, naraelijk in het
kader van het geheel van door de raad vastgestelde beleidslijnen.
Mijnheer de voorzitter, sinds de drie frakties in deze raad in septem-
ber 1974 zich unaniem achter een op ons voorstel ingediende motie kon-
den scharen, waarmee het startschot werd gegeven voor invoering van een
systeem van beleidsplanning in Heemstede, is er heel wat gebeurd. We
werken nu met een doelstel lingennota, projektenlijsteneen systeem van
prioriteiten stellen, een dekkingsplan en een meerjarenbegroting.
Nu we enige jaren hiermee ervaring hebben opgedaan, mag wel eens de vraag
worden opgeworpen of elk van deze zaken in de praktijk van het besturen