141 29 mei 1980 I- Algemene beschouwingen bijstellina beleidsplan voorjaar 1980. (volgnr. 62) De heer Arnoldy: "Mijnheer de voorzitter. Het is morgen precies een jaar geleden dat u, na uw installatie als bur- gemeester van Heemstede, voor het eerst de voorzittershamer in onze ver- gadering hanteerde. Reeds onmiddellijk kreeg u te maken met het "grote" werk, in ons jargon de beleidsplanraad genoemd. Weiiswaar een uitnemende gelegenheid om elkaar te leren kennen, omdat men gedurende anderhaive dag gezamenlijk aan het werk is, niettemin veel tijd om geleidelijk te groeien in al hetgeen hier op politiek- en beleidsterrein leeft, werd u niet gegund. Hoe dit alles op uw overkwam wij weten het niet. Van onze kant en het is mij een genoegen om dit namens mijn fraktie te mogen zeggen, ondervond uw optreden veel waardering en dat is zo gebleven. In de memorie van antwoord wordt een groot aantal vragen gesteld, toege- sneden op vele beleidsterreinen. In mijn algemene beschouwing zal ik mij dan ook voornamelijk richten op enkele hoofdzaken, die nauw verbonden zijn met de politieke visie van mijn fraktie. Het is de tweede keer in deze bestuursperiode, dat de raad zich met de behandeling van het beleidsplan bezighoudt. Dit betekent, dat wij onge- veer halverwege de rit zijn en tevens, naar ons oordeel, dat het te.vroeg is om een voorlopige balans op te maken - de periode om tot besluitvof- ming te komen is immers vaak nogal lang en evenzo de tijd, die ligt tus- sen het besluit en de uitvoering daarvan -. Wel willen wij een korte blik om ons heen werpen: de positie van onze ge- meente binnen de regio op dit moment is dan onderwerp van bespiegeling. Wij konstateren dat Heemstede, met de andere gemeenten van het gewest Kennemerland, besloten heeft akkoord te gaan met verlenging van de gewest- regeling voor 2 jaar. Uij zijn het daarmee eens. In die tijd zal gedacht en gesproken gaan worden over de weg, die ons ge- west in de toekomst zal moeten inslaan. Vragen als: welke inhoud moet ge- geven worden aan de benaming "verlengd lokaal bestuur"; hoe dient de ge- westelijke partijpolitieke invloed zich te verhouden tot de zuiver gemeen- telijke inbreng; wel of geen vierde bestuurslaag en wat verstaat men daar precies onder. Deze zullen moeten worden beantwoord mede bezien in het licht van de contouren, die zich door beslissingen op het gebied van de bestuurlijke reorganisatie hopelijk zullen gaan aftekenen. Er ligt voor het eerst een gewestelijk beleidsplan, waarin een inventari- satie van het bestaande werk is geinaakt en van waaruit mogelijke lijnen zijn getrokken naar de toekomst. Welke van deze lijnen belangrijker zul- len blijken te zijn dan andere, zal in het najaar door de Kennemerraad moeten worden besiist op een wijze, die wellicht enige raakpunten ver- toont met onze eigen beleidsplanning. Duidelijk blijkt in elk gevaldat ook in het vervolg de behoefte van de gemeenten om samen een aantal zaken te bespreken, te koördineren of te doen, zal blijven bestaan. Teruggekeerd in onze gemeente, roep ik-"in herinnering de woorden, waar- mee ieder lid van deze raad zijn of haar taak is begonnen:"ik zweer of beloof de beiangen van de gemeente Heemstede met al mijn vermogen te zul- ien voorstaan en bevorderen". Er isvoorzover ik dat kan overzien, geen twijfel aan dat ieder dat ook, vanuit de eigen politieke visie, naar beste vermogen doet. Het komt mij echter voor dat de speelruimte die noodzakelijk is voor het voeren van een beleid, dat de bevordering van de Heemsteedse beiangen ten doel heeft, geringer wordt, ais een gevolg van invloeden van buitenaf.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1980 | | pagina 2