171
29 mei 1980
een zaak waarvan mer, priori kan zeggen dat alle muziek ieuk is en dat
alle plaatsen in de gemeente zich daarvoor lenen. Het kunnen hebben van
een beheersing daarvan via een bepaling in de algemene plaatselijke ver-
ordening lijkt hem belangrijk. Spreker acht de commissie voor alqemene
bestuurszaken de plaats om dit te bekijken.
v°orzitter schorst de vergadering te 23.30 uur en heropent deze te
23.53 uur. r
De heer Arnoldy herinnert het college eraan, dat hij tijdens de verqa-
dering van ?9_november 1979 bij de behandeling van de onroerend-goedbe-
lastingverhoging, namens zijn fraktie de neiging heeft getoond mee te gaan
met het voorstel tot verhoging van de onroerend-goedbelasting met de doel-
stelnng in de toekomst schoksgewijze verhogingen te voorkomen. Zijn frak-
tie grondvestte dat idee niet op de gedachte dat men meevallers zou kunnen
verwachten in de komende jaren, maar op de toen reeds zich duidelijk afte-
kende versomberde positie. Spreker heeft toen onder meer gewezen op publi-
katies van de staatssecretaris van binnenlandse zaken, van de toenmalige
minister van financiën en van de vroegere staatssecretaris var, financiën,
de neer Van Rooijen. _De staatssecretaris van binnenlandse zaken heeft in
zijn publikatie het jaar 1981 het rampjaar voor de gemeenten genoemd. Op
dat moment heeft spreker op grond van die perspektieven een aantal'vra-
gen gesteld. Het college heeft daarop gereageerd met te stellen dat het
toch eigenlijk ook wel de mogelijkheid van het ontstaan van meevallers
verwacht. Nu zegt de wethouder dat hij geen meevallers verwacht. Spreker
stelt daarom vast dat zijn fraktie vorig jaar vrijwel op de juiste toer
zat. Dit is eigenlijk ook enigszins een reaktie op het woord van de heer
Van Amerongendie zijn schrik tot uiting brengt, want als hij had gewe-
h°s slecht het financieel in het Rijk zou gaan, dan had hij wellicht
een andere opstelling met betrekking tot de onroerend-goedbeiastinq inqe-
nomen. 3
De heer Van Amerongen vraagt of toen al bekend was dat het kabinetnog
eens 3 miljard tussentijds extra zou gaan bezuinigen.
De heer Arnoidy heeft gezegd dat hij toen al in de krant heeft gele-
zen dat 1981 het rampjaar zou worden voor de gemeenten, bij monde van de
staatssecretaris van binnenlandse zaken. Dat is de man die mede aan de
begeleiding staat van onze gemeentelijke uitkeringen.
De heer Van Amerongen vraagt waarom de heer Arnoldy vöôr verhoging
van de onroerend-goedbefasti ng v/as en dan toch tegengestemd heeft.
De heer Arnoidy antwoordt dat hij op dat moment duidelijk merkte dat
de visie op langere termijn noch bij de twee andere frakties noch bij het
college werd meegenomen en dat men uitsluitend rekende op de gang van za-
ken 1980, zoals dat in het dekkingsplan tot uiting kwam en dat de rest
min of meer op "zien komen" werd bekeken omdat er meevallers zouden ko-
men. Toen heeft sprekers fraktie gezegd mee te gaan met het niet omhoog
brengen van de o.g.b., met de aantekening daarbij dat toekomstige o q b -
verhogingen met een schoksgewijze effekt door zijn fraktie hoogst kri-
tisch zouden worden bezien cp grond van diezelfde reden.
Spreker is tevreden met de opmerking van de wethouder dât in de toekomst
een regelmatig overzicht met betrekking tot de financiële stand van zaken
bij begrotingswijzigingen zal worden voorgeiegd.
De heer Borghouts heeft sprekers fraktie goed begrepen als hij wijst op
net feit dat zij zich heeft uitgeput in het zoeken en vinden van een rela-
tief groot aantal projekten die, hoewel geringe kosten met zich meebren-
gend, toch een reële verbetering voor de Heemsteedse bevolking betekenen.