29 mei 1980
146
StruktLiur-, bestemmings- en verkeersplannen, alsmede wijkverbeteringen
hebben geen eeuwigheidswaarde, zoals o.m. blijkt uit de verandérde in-
zichten in de dîverse nota's de ruimtelijke ordening betreffende, die
in een betrekkelijk kort tijdsbestek zijn verschenen. Het is ook- begrij-
pelijk, we leven in een dynamische tijd en de mens stelt steeds nieuwe
eisen. Bouwvormen, infrastruktuur, ruimtebeslag, net zijn onderwerpen
waarover wij in de loop van de tijd andars gaan denken, om welke reden
dan ook. Als volledig funktionerende gemeente dienen wij op die evolutie
slagvaardig in te spelen. De ideeën moeten in eigen huis worden gevormd
en daarvoor moeten wij kunnen beschikken over eigen specialistische ken-
nis. Indien dan de inschakeling van externe adviseurs onvermijdelijk is,
kan de opdracht beperkt en gericht zijn. Het komt mij voor, dat dit ook
in belangrijke mate een kostenbesparend effekt zal hebben.
Wij vragen het college of het, mede gelet op adviezen van het O.D.R.P.,
op korte termijn inderdaad voornemens is in de betreffende vakature op
het G.T.B. te voorzien op de door ons gewenste wijze.
Van de ruimtelijke ordening kom ik op. sport in Heemstede. En eerst dan
een vraag over de kwestie van het plan, strekkende tot realisering van
een tennispark aan de Fazantenlaan. Enerzijds zal dit ongetwijfeld in
een zeer grote behoefte voorzien, anderzijds dient natuurlijk rekening
te worden gehouden met de belangen van de omwonenden. Zoals steeds gaat
het hier om de afweging van de belangen van alle betrokkenen, öm tot een
verantwoorde beslissing te komen.
Kan het college aangeven in welk stadium de planologische procedure zicn
nu bevindt; wat de gang van zaken in de naaste toekomst zal zijn; wan-
neer en hoe de bewoners geTnformeerd zullen worden en wat de stand van
zaken is m.b.t. het zuiver "sportieve" deel van de plannen, anders gezegd,
hoe is het met het overleg tussen gemeente en tennisclubs. Gaarne zullen
wij van u'het antwoord hierop ontvangen.
In de april-vergadering besloot de raad tot de ontwikkeling van een plan,
dat voorziet in de bouw van een z.g. nulti-funktioneeî sportcomplex.
Wij krijgen de gelegenheid tot kritische beoordeling, wanneer het con-
cept ter goedkeuring wordt voorgelegd; om die reden zal ik mij nu beper-
ken tot een enkele opmerking.
Voor mijn fraktie gel'den hoofdzakelijk 2 kriteria voor de bepaiing van
ons standpunt. Ten eerste dient het plan te beantwoorden aan de thans
geldende eisen die aan akkommodaties op rekreatief en sportief gebied
worden gesteld. Aan deze eisen moet worden voldaan, omdat wij wensen te
bereiken, dat een zo groot mogelijk deel van onze bevolking met plezier
van dit voorzieningenpakket gebruik zal maken.
Ten tweede dienen de uit de investering en exploitatie vocrtvloeiende
lasten binnen een aanvaardbare grens te blijven. Bij de beooraeling van
deze norm zal mijn fraktie 'een vergelijking met de bestaande en te ver-
wachten exploitatieverliezen van het huidige zwembad mede betrekken.
In de april-vergadering heb ik reeds gewezen op de voor het zwembad
Groenendaal waarschijnlijkheid, dat het begrcte tekort in 1980 t.b.v.
662.000,-- in de toekomst nog aanmerkelijk zal groeien, o.a. als een
gevolg van de teruglopende belangstelling voor buitenbaden. Op dat mo-
ment kon ik nog niet bevroeden dat mijn betoog zo snel en zo volkomen
zou worden ondersteund door de praktijk, nu in de laatst gehouden ver-
gadering van het algemeen bestuur van de Sportstichting is medegedeeld,
dat al voor 1979 gerekend moet worden met een tekort van ruim 900.000,
Namens mijn fraktie spreek ik de oprechte wens uit dat wij door de aan-
vaarding van dit projekt op betekenisvolle wijze zullen bijdragen tot
een zinvolle en gezonde besteding van de vrije tijd van onze bevolking.