4e afd.
30 mei 1980
64
richting of plaatsing van - al dan niet aan hun bestemming onttrok-
ken - voer- of vaartuigen, arken, caravans en livingvans voorzover
deze niet als bouwwerken zijn aan te merken, als ook tenten;
g. het aanieggen of inrichten van havens of centra voor de watersport
en het aanbrengen of aanleggen van oeverbeschoeiingen, van kaden of
van aanlegplaatsen voor boten;
h. werken of werkzaamhedenwelke wijzigingen van de waterhuishouding
of de waterbestand beogen of tengevolge hebben;
i. het vellen, rooien of beschadigen van houtgewas anders dan bij wijze
van verzorging, met dien verstande dat geen aanlegvergunning is ver-
eist met betrekking tot bossen en andere houtopstanden, welke deel
uitmaken van bosbouwondernemingendie als zodanig bij het Bosschap
geregistreerd staan en met dien verstande dat geen aanlegvergunning
is vereist voor het periodiek kappen van griendhout en ander hakhout,
voorzover betreffende de normale uitoefening van het op het tijdstip
van inwerkingtreding van dit besluit bestaande bodemgebruik;
j. het winnen van bosstrooisel of mos;
k. het aanbrengen van afbeeldingen of tekens voor commerciële doeleinden;
1. het bebossen van gronden, die op het tijdstip van de inwerkingtreding
van dit besluit niet als bosgronden konden worden aangemerkt.
III. te bepalen dat de hierboven genoemde werken en werkzaamheden niet toe-
laatbaar zijn, indien daardoor, dan wel door de daarvan, hetzij direkt,
hetzij indirekt te verwachten gevolgen, schade wordt toegebracht aande
landschappelijke, natuurwetenschappelijke of cultuurhistorische waarde
van het gebied, waarvoor dit voorbereidingsbesluit van kracht is.
HEEMSTEDE, 30 mei 1980.
De raad voornoemd
De voorzitter
-4-