5e afd30 mei 1980 66
UITBREIDING PERSOHEELSBESTAND STICHTING HET HONK
Heemstede, 7 mei 1980.
Aan de raad
Bij brief van maart 1980, ingekomen 2 april 1980, verzoekt het bestuur
van Stichting Het Honk om voorlopige uitbreiding van het personeelsbe-
stand met een part-time sociaal-cultureel werkster voor 25% van de ar-
beidsduur. Het bestuur wenst mevrouw A.M. van Leeuwen - de Ruiter in de-
ze part-time funktie te benoemen.
Mevrouw Van Leeuwen is tot 1 april 1980 part-time, voor 50%, in dienst
geweest van de Stichting. Zij werd benoemd in de 50% vacature, welke
ontstond toen de team-leider werd toegestaan om zijn arbeidstijd terug
te brengen van 100 naar 50%.
De nadelen, verbonden aan het voor half-time werken van de team-leider
worden door Het Honk zodanig groot geacht, dat Het Honk de situatie
wenst terug te draaien. Hierdoor zal de 50% formatieplaats van mevrouw
Van Leeuwen komen te vervailen. De wens tot voorlopige uitbreiding van
het personeelsbestand met een 25/100 formatieplaats wordt door het be-
stuur van Het Honk in verband gebracht met de verhuizing van Het Honk
naar het gebouw aan de Molenwerfslaan, de voortzetting en verd'ere ont-
wikkeling van het vormings- en ontwikkeiingswerk en het opbouw- en aktie-
werk. Zolang nog niet in de funkties vormings- en ontwikkelingswerk en
opbouw- en aktiewerk wordt voorzien door aanstel1ing van de door de com-
missie planvoorbereiding specifiek welzijn voorgestelde half-time vormings
werker en half-time opbouwwerkerzullen de funkties door sociaal-cultu-
reel werkers vervuld moeten worden. Het aantal van 3 formatieplaatsen so-
ciaal-cultureel werk biedt daarvoor naar de mening van Het Honk onvoldoen-
de mogelijkheden. De kosten zouden voorts gedeeitelijk gedekt kunnen wor-
den uit de gelden, die zullen resteren i.v.m. vakatures in het afgelopen
jaar. In het kader van de behandeling van het wenseiijkheidsplan heeft
uw raad ondermeer uitgesproken, dat:
- Het niet goed denkbaar is dat uitbreiding van het aantal formatieplaat-
sen van 9 sociaal-cultureel werkers (3 per instelling) zal kunnen plaats-
vinden.voor werkvormen, die thans worden uitgevoerd, maar waarvoor een
betere spreiding over de gemeente gewenst is (e.e.a. gelet op het feit,