4e afd. 28 augustus 1980 85
verlenen - zulks onder de gebruikelijke bedingen, waaronder die bedoeld
in artikel 1223, lid 2, artikel 1230, lid 1 en artikel 1254, lid 2 van
het Burgerlijk Wetboek en artikel 297 van het Wetboek van Koophandel -
op de onroerende bezittingen van de stichting;
5. vöör 1 juni van elk kalenderjaar zal de stichting aan burgemeester en
wethouders ter schriftelijke goedkeuring zenden een begroting van baten
en lasten en van kapitaalsinkomsten en- uitgaven, met uitvoerige memorie
van toelichting, voor het volgend kalenderjaar. Indien burgemeester en
wethouders bezwaren tegen de ingezonden begroting hebben, zal de stich-
ting haar dienovereenkomstig wijzigen of gebruik maken van de onder 14
aangegeven mogelijkheid van beroep tegen de weigering der goedkeuring.
Zonder schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders zullen
geen uitgaven worden gedaan waardoor de in de begroting vermelde bedra-
gen worden overschreden. In die begroting zullen, voorzover mogelijk,
als vergelijkingscijfers worden opgenomen, de werkelijke cijfers van
het laatst verstreken boekjaar;
6. binnen vier maanden na afloop van elk kalenderjaar zal de stichting
aan burgemeester en wethouders ter goedkeuring zenden een balans per
31 december van dat jaar en een verlies- en winstrekening over dat jaar,
éën en ander met een toelichting, alsmede een verslag over dat jaar; al
deze stukken opgemaakt onder verantwoordelijkheid van en getekend door
een buiten de stichting staande register-accountant;
7. de besteding van een exploitatie-overschot mag slechts geschieden onder
goedkeuring van burgemeester en wethoúders;
8. de stichting verplicht zich om desgevraagd aan de door de gemeente aan
te wijzen personen inzage te geven van alle boeken en bescheiden van de
stichting en volledige medewerking te verlenen aan maatregelen, welke
burgemeester en wethouders voor een goede contrôle op het financieel
beheer en een goede administratie nodig zullen oordelen;
9. indien burgemeester en wethouders het, gelet op het financieel belang
der gemeente, gewenst achten, zal een door hen aan te wijzen financieel
en economisch deskundige worden toegelaten in de vergaderingen van het
bestuur der stichting, waarin onderwerpen betreffende het financieel be-
leid zullen worden behandeld.
De deskundige zal het recht hebben aan de beraadslagingen deel te nemen;
10. de stichting zal het tehuis behoorlijk en ten genoegen van burgemeester
en wethouders onderhouden. Burgemeester en wethouders zullen te allen