2e afd.
87
Heemstede, 12 augustus 1980.
Aan de raad,
In een circulaire van 29 mei 1980, AB80/U1091, heeft de Minister van
Binnenlandse Zaken ons in kennis gesteld met een wijziging van de
financiële arbeidsvoorwaarden voor het overheidspersoneel per 1 juli
1980.
Deze wijziging betreft in de eerste plaats toepassing van de vierde
halfjaarlijkse korting van 0,3% tot 0,7% ingevolge Bestek'81 op de
salarissen van het overheidspersoneel
Deze maatregel betekent een vermindering van de sedert 1 januari 1980
gegolden hebbende salarisbedragen.
Daarnaast komt het overheidspersoneel van 1 juli 1980 af in aanmerking
voor een toeslag van f 26,per maand, overeenkomende met de aan de
particuliere werknemers per die datum verleende toeslag, welke voor
hen in de plaats treedt van de prijscompensatie medio 1980.
Gevolg van vorenstaande maatregelen zal zijn, dat werknemers, die een
salaris genieten, dat hoger ligt dan f 3.680,-- per maand, er in bruto-
salaris op achteruit gaan, omdat de toegepaste bestekkorting in die ge-
vallen de loontoeslag overtreft.
De nieuwe salarisbedragen zijn opgenomen in bijgaand ontwerpbesluit
tot lOe wijziging van de Bezoldigingsverordening Ambtenaren 1975.
Voor toekenning van de loontoeslag is geen afzonderlijk raadsbesluit
nodig, omdat deze zal worden geregeld in een algemene maatregel van
bestuur, gebaseerd op artikel IV van de Wet van 7 maart 1980, Stb.81.
Het Centraal Orgaan inzake gemeenschappelijke behandeling van gemeen-
telijke personeelsaangelegenheden heeft in een circulaire van 10 juni
1980, nr. 3578, de aangesloten gemeenten geadviseerd de voor het rijks-
personeel getroffen maatregelen op overeenkomstige wijze toe te passen
ten aanzien van het gemeente-personeelslechts over de technnische
verwerking in de bezoldigingsverordening dient plaatselijk overleg te
worden gevoerd.