r/
vergadertechniek overbrengen, bijv. door achteraf met de deelnemers de
bespreking te evalueren.
j. doelmatige informatieverstrekking.
Bij zowel de top, de gespreksleiders als bij de deelnemers moet de bereidheid
aanwezig zijn een wederzijdse informatiestroom op gang te brengen. De te
verstrekken mformatie moet op een heldere en bondige wijze worden overge-
bracht (visuele hulpmiddelen kunnen hierbij van groot nut zijn).
beslissingsbevoegdheden.
De gespreksleider moet voordat een bepaald punt ter sprake wordt gebracht
g°ed weten tot hoever zijn bevoegdheden gaan. Deze kennis moet hij meedelen
aan de deelnemers.
het werkoverleg'moet leiden tot duidelijke resultaten.
Op vragen en voorstellen moet een goed geargumenteerd antwoord komen; bevoegd-
heden tot het nemen van beslissingen dienen benut te worden; besluiten moeten
worden uitgevoerd. Een besluit kan in dit verband ook zijn: het meenemen van een
suggestie o.i.d. naar een andere vergadering.
aan het werkove^l°g m°et in principe ieder op de afdeling deel kunnen nemen.
Bij voorkeur dienen de deelnemers aan het werkoverleg niet gekozen te worden.
Hierdoor wordt weer een nieuwe laag gecreëerd, waardoor het werkoverleg het
karakter van vertegenwoordigend overleg aanneemt.
men dient te zorgen voor goede organisatie en procedures.
1. er moet tijd beschikbaar gesteld worden;
2. de vergaderingen moeten gepland zijn;
3. men dient bij voorkeur te beschilcken over vergaderruimte;
A. een reglement, waarin aangegeven deelneming, duur, frequentie, agenda,
grootte van de groep, verslaglegging en rapportering, voorbereiding en
afwerking van besproken punten en horizontaal overleg kan een belangrijke
ondersteuning bij het werkoverleg vormen (zie bijlage).
