COMMENTAAR OP DE DISCUSSIENOTA "WERKOVERLEG" VAN DE MEDEWERKERS VAN DE GEMEENTE BIJ DE
INSPRAAK-RONDE VAN 14 MAART 1980 TOT 2 APRIL 1980.
agenda verslag.
geen agenda verslag.
I. Brandweer: (doorgegeven door de commandant)
Blz. 3: punt 7 is kennelijk verkeerd doorgegeven of overgekomen; dit behoort te
zijn:
7. Kaderbespreking lx per twee maanden
7a. Stafbespreking
beroepskader regelmatig
II. Politie(n.a.v. bespreking in de dienstcommissie)
AanwezigC.J.A. Couzijn, E.A.J. Groos, T.J.G. Helmink, S. v.d. KooijC.M.M. Koppes
en H.L. Schinkel.
1 Bij de inventarisatie ontbraken naar de mening van de D.C. enkele punten:
a. dienstcommissie van het politiekorps vergadert zeer regelmatig, n.l. mini-
maal 6x per jaar of zoveel meer dan nodig;
b. "ploegbespreking" niet regelmatig geen agenda; wel verslag.
2. De D.C. is verder van mening, dat de nota Werkoverleg bij de politie goed func-
tioneert en de organisatie en de structuur hiervan geen wijziging behoeft.
III. Bibliotheek: (doorgegeven door de directeur n.a.v. een bespreking hieromtrent)
Uit genoemde bespreking is naar voren gekomen dat men kan instemmen met de gefor-
muleerde voorstellen.
IV. Onderwijs:
Van de schoolhoofden van het openbaar onderwijs werd geen commentaar ontvangen.
V. Cultureel Centrum:
Van de medewerkers van het cultureel centrum werd geen commentaar ontvangen.
VI. Secretarie(verzameld via de afdelingschefs)
1 Op blz. 5 wordt een definitie gegeven van werkoverleg. Hieruit blijkt, dat veel al
aanwezig overleg valt onder de term werkoverleg. Er is dus eigenlijk geen sprake
van opzetten van werkoverleg.
2. Met betrekking tot blz. 6, punt 2.2. (het opsplitsen van afdelingen) zijn mensen
van meningdat hier als het gaat om overleg met betrekking tot de uitvoering
van deeltaken wel behoefte äan is. Als het over algemene aangelegenheden gaat,
gaat echter sterk de voorkeur uit naar bespreking met de gehele afdeling.
3. Op blz. 7, punt 6 en ook in het modelreglement wordt gesproken over verzending
van agenda verslag aan de bedrijfsleiding.
Er zijn echter wellicht zaken, die de bedrijfsleiding niet interesseert of
zelfs niet aangaan. De mogelijkheid moet daaran bestaan bepaalde zaken buiten
het officiële verslag te laten.
4. De bij blz. 8, punt 1.4. genoaade scholing van afdelingsleiders vinden enkelen
nogal generaliserend; wellicht is dit niet voor alle chefs noodzakelijk, ge-
zien het informele karakter van het werkoverleg.
5. In z'n geheel vinden enkelen de discussienota nogal formeel. Dit vindt men
overbodig, hoewel bij sommige afdelingen een zekere mate van voorbereiding niet
overbodig lijkt.
6. In het modelreglement onder punt 2 de aanvulling: betrekking hebben op
de afdeling of op de organisatie in het algemeen.".
Tevens: indien enigszins mogelijk op een vaste dag en tijd.".
VII. Het G.T.B.(doorgegeven via de directeur).
Vanuit het G.T.B. werd zodanig commentaar geleverd op deze discussienota, dat de
directie daaruit afleidde, dat in principe ingestemd kan worden met de genoemde
beleidsaanbevelingen.
Wel bestaat ook hier het bezwaar dat drie nota's te veel lees- en gespreksstof blijkc
te zijn (zie ook nota "Sociale Begeleiding")
VIII. De Sportstichting:
Van de medewerkers van de sportstichting werd geen commentaar op de discussienota's
ontvangen.