2e afd.
30 oktober 1930
120
Artikel 3.
Tarief
1. Het recht bedraagt per kalendemaand of gedeelte daarvan, waarin van
de in artikel 1. omschreven dienst gebruik wordt gemaakt;
a. door middel van een rolemmer met een inhoud van 240 liter f 9,
b. door middel van een rolemmer met een inhoud van 120 liter f 7,
2. Indien met toepassing van artikel 4 lid 2 toestemming is verleend het
huisvuil op een andere wijze aan te bieden dan door middel van rolem-
mers bedraagt het recht f 9,-- per maand.
Artikel 4.
Regeling aanbieding.
1. Het huisvuil moet worden aangeboden in rolemmers van een door burge-
meester en wethouders voorgeschreven model met een inhoud van 240 1iter
of een inhoud van 120 liter.
2. Met toestemming van burgemeester en wethouders kan van het in lid 1 be-
paalde worden afgeweken.
Artikel 5.
Aanvang en einde belastingplicht.
1. De belastingplicht vangt aan met ingang van de maand, waarin voor het
eerst van de dienst gebruik v/ordt gemaakt.
2. De belastingplicht eindigt op de laatste dag van de maand, waarin voor
de laatste maal van de dienst gebruik gemaakt is.
Artikel 6.
Wijziging omstandigheden.
Het gedurende een tijdvak als bedoeld in artikel 5, lid 2 verlaten vaneen
gebouw of van een gedeelte van een gebouw door een belastingplichtige en
het direkt daarna betrekken van een ander gebouw of een gedeelte van een
gebouw in de gemeente, alwaar de belastingplichtige wederora gebruik maakt
van de in artikel 1 bedoelde dienst, wordt geacht gedurende dit tijdvak
geen wijziging in de belastingplicht te brengen.
Artikel 7.
Wijze van belastingheffing.
Het recht wordt door middel van een nota geheven.
