Commentaar op de discussienota Vorming Opleiding van de medewerkers van de
gemeente bij inspraak-ronde van 26 november 1979 tot 15 januari 1980.
I. G.T.B.
1. Men vond de nota moeilijk leesbaar; wellicht door de compactheid en het
woordgebruik.
2. 25 30 mensen hebben overwegende bezwaren tegen de afschaffing van de
diplomatoelagen.
3. De betalingsregeling bij studiekostenvergoeding van 25% en 50% roept vragen
op. Men denkt dat dit een beperking is van de huidige regeling.
Graag een nadere toelichting/duidelijker omschrijving opnemen.
II. POLITIE:
1. De leiding van het corps stelt, dat de politie v.w.b. de uitvoerende taken
zijn eigen basisopleiding en vervolgopleidingen kent en dat ook de facili-
teiten hiertoe duidelijk zijn vastgelegd.
Voor de overige medewerkers worden enkele mogelijkheden en wenselijkheden
van opleidingen opgesomd.
III. SECRETARIE
1. In de tekst worden nogal wat onbekende begrippen gehanteerd. Wellicht zijn
deze te vereenvoudigen. (v.b.: werkmilieu, discipline, educatief proces,
flexibele inzetbaarheid, participatiesociaal-organisatorisch, management
development, ad-hoc, differentiatie, etc.).
2. Diplomatoelage:
Het doel hiervan is, het tijdelijk of blijvend honoreren van een overschot
aan kennis voor iemand, die (nog) niet bevorderd kan worden tot een andere
funktie of voor iemand, die om bepaalde redenen niet (meer) weg wil.
Dit geldt in praktijk m.n. voor de lager betaalde posities, zoals o.a. de
werklieden bij het G.T.B.
Daarom in principe de diplomatoelage handhaven, maar wel de bovengrens be-
zien en opnieuw vaststellen.
Voor de groep werklieden is deze toelage het belangrijkst; als mocht blij-
ken, dat het niet mogelijk is deze categorie de toelage te geven, dan gaat
de voorkeur uit naar afschaffing voor iedereen.
3. Enkele medewerkers zijn van mening, dat de studiefaciliteiten zo gunstig
zijn, dat een terugbetalingsplicht' zou moeten bestaan, ook al is dit prak-
tisch niet hanteerbaar, omdat dit binnen de overheidssfeer niet geldt.
4. Uitwerking is noodzakelijk in de wijze waarop de begrenzing van het budget
wordt vastgesteld en de verdeling van de dan beschikbare middelen gebeurt.
5. Nader omschreven zal moeten worden op welke wijze de afweging gebeurt op
basis waarvan 25%, 50%, 75% of 100% van de kosten wordt vergoed.
IV. BIBLIOTHEEK.
Hiervan werd geen commentaar ontvangen.