U 27 november 1980 346 bijvoorbeeld kan relatief een kostbare zaak zijn. Reken maar eens uit wat de loon- en salariskosten zijn voor een gezelschap van enige omvang dat een ochtend of een middag bijeenzit. Uiteraard moet er vergaderd wor- denoverlegd, gediskussieerd enz., juist om een hogere kwaliteit van het werk te bereiken. Maar de vraag in konkreto of het werkelijk nodig is te vergaderen en zo ja, of dat dan niet in de helft van de tijd bekeken kan zijn, lijkt mij de moeite waard als vast aandachtspunt. Dan de bestuurlijke en ambtelijke correspondentieZo'n brief is geen kwes- tie van vijf of tien minuten, zoals ieder ingewijde weet. Brieven moeten vaak op min of meer hoog niveau worden ontworpen. Ook op dat niveau heb je vluggerds en langzamen. Vervolgens moet de brief worden getikt, nagezien, ondertekend, geregistreerd en verzonden. Een uur, twee uur zijn zo voorbij, als je alles bij elkaar optelt. De zaak had misschien met een telefoonge- sprek van vijf minuten kunnen zijn geregeld. Of met een voorgedrukte brief waarin alleen de wisselende gegevens worden ingevuld. Wellicht zou dit ook een aandachtspunt kunnen zijn. In de commissie algemene bestuurszaken heb ik het al over het kopiëren ge- had. Blijkens de begrotingscijfers is dat in korte tijd enorm toegenomen. De moderne kopieermogelijkheden vergemakkelijken in menig opzicht het leven en werken van ambtenaren, bestuurders en raadsleden. Het verhoogt menigmaal 00k de s1agvaardigheid van het beleid. Het is echter wel nuttig zich zelf steeds af te vragen: Is het in dit geval nu echt zo nodig? Ik ben natuur- lijk wat ouderwets, maar zelfbeheersing vind ik nog altijd een voortreffe- lijke deugd, zelfs achter de kopieermachine. Zo zijn er wellicht nog andere punten aan te geven waarin de zogeheten kleine efficiency groot kan zijn. Ik weet dat men in het Haagse circuit, waar ik op andere tijden van de dag werkzaam mag zijn, serieuze pogingen in die richting onderneemt en niet zonder succes. Ik heb de indruk datmet enige aandacht, inspanning en goede wil de uitkomsten zo niet verbluffend dan toch wel bemoedigend zullen zijn, vergelijkbaar met de resultaten die bijvoorbeeld energiebesparingsprgrammas kunnen opleveren. Mijn vraag is wat het college vindt van de suggesties die ik heb geopperd en of het meent hier iets mee te kunnen doen. Graag een positieve reaktie, als het even kan. Wat betreft het in februari j.l. vastgestelde Heemsteedse Ener- giebesparingsprogramma: op onze vraag daaromtrent heeft het college in de memorie van antwoord een uitvoerig overzicht gegeven van de stand van zaken met betrekking tot de verwezenlijking van de aanbevelingen, die in het pro- gramma waren gedaan. Wij zijn daar zeer content mee. Blijkbaar is er wel één en ander in gang gezet. Onze vraag is of nog toegevoegd kan worden een opgave van projekten die met name ook als voorbeeld naar buiten zouden kun- nen werken. Met belangstelling hebben wij kennis genomen van de aankondi- ging in de memorie van antwoord dat de Uoonnota nu op komst is en naar ver- wachting nog dit jaar bij de leden van de raadscommissie voor volkshuisves- ting en ruimtelijke ordening in de bus zal vallen zodat de behandeling spoe- dig kan beginnen. Wij nemen aan dat deze nota bruikbare uitgangspunten zal bevatten voor het invullen van de nog voor woningbouw beschikbare ruimten in Heemstede, zoals de terreinen tussen de Van Lennepweg en de Blekersvaart- weg en die bij de Prinsenlaan en Kadijk. Onze opvatting is dat aldus ook een bijdrage geleverd kan worden aan een groeiend totaalzicht op Heemstede, waarvoor wij al vaker in deze raad gepleit hebben. Met klem wijzen wij er op dat in zo'n totaalzicht ook zal moeten passen de Heemsteedse verkeers- struktuur waaraan wij al zo lang aan het sleutelen zijn. Die verkeersstruk- tuur is geen gegeven op zich, dat je als bestuurder los kan zien van ande- re facetten. Ook bij het invullen van de nog resterende bouwlokaties, niet alleen die welke ik al noemde, maar bijvoorbeeld ook Merlenhoven, zal men

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1980 | | pagina 11