355
27 november 198U
gevonden. Daar zijn een drietal maatregelen voor. In de eerste plaats de
dekkingsmaatregelen in de vorm van de o.g.b. en bijvoorbeeld de hondenbe-
lasting. Een tweede maatregel is het aanspreken van de reserves. Een der-
de maatregel kan liggen in de sfeer van efficiency-verbeteringen en be-
101dsombuigingenTenslotte vindt men, ais deze drie maatregelen zijn
toegepast en een bepaalde betekenis hebben gekregen, in het dekkingsp'lan
de mogelijkheden voor nieuw beleid. Het college heeft getracht een even-
wichtig geheel van maatregelen te presenteren. Het heeft duidelijk niet
gekozen voor een sterke stijging van de o.g.b. alleen.' Het college heeft
ook niet gekozen voor alleen maar beleidsombuigingen, of voor bezuinigin-
gen of botte bijloperaties. Het college is ook met betrekking tot het aan-
spreken van de reserves in zeker opzicht behoedzaam geweest door te zeggen
dat het aanspreken van de reserves alleen zal plaatsvinden ten behoeve van
kapitaalsinvesteringenHet heeft dan ook als uitgangspunt gekozen dat als
overwogen moet worden de lasten voor de burger te verzwaren teneinde meuw
beleid gestalte te kunnen geven, dan altijd eerst gekeken zal moeten worden
of er nog reserves zijn, of de gemeente zelf nog spaarpotjes heeft, want
het gaat met aan de burger hogere lasten op te leggen als de gemeente zelf
nog over belangnjke reserves c.q. spaarpotten beschikt.
Deze uitgangspunten heeft het college getracht neer te leggen in het dek-
kingsplan. Dat betekent ook - dan richt spreker zich in het bijzonder tot
ue heer Arnoldy, die sterk de nadruk blijft leggen op één van de onderdelen
van die maatregelen, in casu de beleidsombuigingen - dat er in dit opzicht
wel sprake is van enig verschil in benadering.
Inzake de betekenis van het dekkingsplan heeft de heer Arnoldy gezegd dat
er nu eenmaal sprake is van allerlei verstorende invlöeden en dat men nu
wel een mooi plan voor 5 jaar kan opstellen, maar dat men er ernstig reke-
mng mee moet houden dat dat hele pian in duigen valt. Spreker merkt op
dat als men terugdenkt aan een jaar terug en men het dekkingsplan dat toen
ter tafel lag vergelijkt met het dekkingsplan van nu, men ziet hoe veran-
erlijk aIIes is en krijgt men toch even dat aspekt van die verstorende
invloeden en het aspekt van de tegenvallers, die de heer Arnoldy altijd
zo duidelijk ziet zitten. Het vorig jaar toen men nog niet wist dat het
Rijk nderdaad zijn uitkeringen met zo'n 4 ton in dit jaar zou verminderen
en men nog geen idee had van de rente-ontwikkeling, heeft het college toch
een dekkingsplan gepresenteerd dat voorzag in de verwachting dat voor de
komende jaren percentages van 7 en 8% o.g.b.-verhoging nodig zouden zijn.
Dat is nog maar een jaar geleden. Vandaag wordt een dekkingsplan gepresen-
teerd dat voorziet in een percentage van 5% voor 1981 en 6% voor de jaren
daarna. Die 5/, is dan een voorstel dat geforma I iseerd moet worden, voor de
overige jaren blijft het ook verwachting. Daarmee is tegelijkertijd eigen-
lijk ook de betrekkelijkheid van het dekkingsplan aangegeven. Als de heer
Arnoldy dan zegt dat het college die lagere uitkeringen uit het gemeente-
fonds en een stijging van het rentepercentage kennelijk niet verwacht heeft,
dan vraagt spreker of de heer Arnoldy dat allemaal wel heeft voorzien. Als
dat zo is dan zou spreker graag horen van de heer Arnoldy hoe de rente-ont-
wikkeling het volgend jaar zal zijn. Spreker is wel met de heer Arnoldy
van oordeel dat er tegenvallers zul len komen. Meevallers behoren echter ook
tot de mogelijkheden. Spreker herinnert aan de toepassing opeens van een
nieuwe norm in het kader van de uitkeringen uit het gemeentefonds - de wo-
mngnorm - die voor Heemstede tonnen oplevert. Spreker wijst er ook op dat
er thans sterke druk wordt uitgeoefend - met name van de zijde van de
V.N.G. - op de regering om eindelijk eens de financiële middelen beschik-
baar te stellen die onlosmakelijk aan de meerdere taken die aan de gemeen-
te worden opgelegd verbonden zouden moeten zijn. Spreker kan zich in rede-
lijkheid niet voorstellen dat de regering daar nee tegen blijft zeggen.