386
aantal van 848 per dag. Dit jaar was het bad 121 dagen open, dat is dus
aanmerkelijk minder, maar dat resulteerde dan in een bezoekersaantal van
940 per dag, dat is gemiddeld 100 per dag meer. Die lijn spreekt over
een aantal jaren. Zij denkt daarom dat men het beste zou kunnen stellen
dat op het bezoekcijfer als zodanig niet zo veel invloed heeft of het bad
wat later open gaat en eerder dicht gaat en dat het op de kostenkant wel
degelijk effekt heeft, omdat juist in die periode het opwarmen van het
water kostbaar is. Zij denkt daarom dat men kan konkluderen dat de be-
leidslijn om het bad later open te doen en eerder te sluiten een juiste
is.
Wethouder Reeringh wijst erop dat het instandhouden van het open bad
ëén van de uitgangspunten van het college is geweest. Wat betreft de ver-
houding van de ramingen van f 640.000,voor 1980 en f 450.000,-- voor
1981, deelt spreker mede dat er een fout in het antwoord is geslopen.
Het tekort van het open bad over 1980 was geraamd op f 433.500,-- ter-
wijl het bedrag van f 640.000,— sloeg op het tekort van het heie bad.
Wat betreft de cijfers die mevrouw Hoorman noemde denkt spreker dat haar
konklusies juist zijn. Spreker wijst erop dat in de periode van 1971 tot
en met 1976 bezoekersaantallen per dag voorkwamen in de orde van grootte
van 1600, 1500 en 1200. Hij denkt dus met mevrouw Noorman dat men kan
stellen dat het wisselen van de openings- en sluitingstijden op zichzelf
weinig invloed heeft gehad op het bezoekersaantalHij denkt dan ook dat
de konklusie kan zijn dat men de oorzaken kennelijk moet zoeken in de
slechtere weersomstandigheden die zich de laatste jaren hebben voorgedaan
alsmede - maar dat is moeilijk aantoonbaar - dat wellicht ook sprake is
van een verminderde belangstelling voor de recreatie in deze vorm.
Punt 14.
De heer Borghouts neemt aan dat de door het college nader op te stel-
len algemene richtlfjnen als uitgangspunt zullen hebben, dat ook-in de
verhouding ambtenaar-overheid het grondrecht van de vrijheid van menings-
uiting geldt. Hij ziet de concept-richtlijnen met belangstel1ing in de
commissie personeelsaangelegenheden tegemoet.
De heer Van Emmerik lijkt het wei goed dat men straks over deze be-
langrijke zäa!Tl<an praten op basis van een afgewogen advies, waarbij in-
derdaad als uitgangspunt zal moeten gelden het zoveel mogelijk respekte-
ren van de vrijheid van meningsuiting van de ambtenaar en dat de beper-
kingen die eventueel zijn positie zouden moeten meebrengen, zeer zorgvul-
dig worden bekeken en dat zijn rechtspositie ook in dit opzicht volop ge-
waarborgd zal zijn.
Wethouder Reeringh is het daarmee eens.
Punt 15.
De fraktie van de heer Borghouts heeft het antwoord op haar vraag met
enige verbazing gelezen. Afgezien van wat er omheen verpakt is staat er:
"Reeds iangere tijd blijkt bij selektie van personeelsleden dat daar waar
sprake is van gelijkwaardige kandidaten en de opbouw van de afdeling geen
contra-indicatie biedt de voorkeur wordt gegeven aan vrouwelijke kandida-
ten". Zijn fraktie is natuurlijk wel blij met deze mededeling, na de afge-
lopen twee jaar bij alle zich voordoende en zelf geschapen gelegenheden
hierop tevergeefs te hebben aangedrongen. Nu ineens deze mededeling dat
de voorkeursbehandeling voor vrouwen reeds langere tijd plaatsvindt. Nog
in mei van dit jaar stond zijn fraktie alleen in die wens. De meerderheid
van het college, alsmede de frakties van de V.V.D. en van het C.D.A.,
28 november 1980
