387
28 november 1980
zagen een voorkeursbehandeling voor vrouwen niet zitten, vorige maand
^n0?."le?' In het kader van de nota vorming en opleiding werd spre-
kers fraktie bezworen dat er voor een voorkeursbehandeiing voor vrouwen
geen reden was en nu dan toch dit. De vreugde overheerst, de verwondering
dijrt aanwezig3
De heer Hofland meent dat de P.H.-fraktie naar aanleiding van dit ant-
woord een onjuiste konklusie naar voren brengt. Spreker zelf is namelijk
dpevnn0î antwoord niet helemaal te spreken, wel over het gedeelte waarin
de yoorkeursbehandelln3.w°rdt ult9esProken. Er staat namelijk in het ant-
woord. reeds langere tijd blijkt bij de seiektie van personeelsleden dat
daar waar sprake is van gelhjkwaardige kandidaten" - en dan komt het -
en de opbouw van de afdeling geen contra-indicatie biedt". Spreker heeft
niet kunnen nagaan wat het woord contra-indicatie betekent. Hii vraaqt of
te9enaanwuzing, die misschien bedoeld zal zijn, nu ook aan het eind
van het antwoord staat. Daar staat: "Overigens geeft de minister in ziin
brief van 15 septernber 1980 zelf ook aan, dat de voorkeur voor vrouwen
alleen dan reeel is, wanneer de situatie op de afdeling dit rechtvaardiqt"
drikeHeraaf nU het2eltde als dat bijzinnetje van de conïra-
inoicatie Als dat bevestigend wordt beantwoord dan vraagt hij, door dit
n groot accent te geven, dus eerst die contra-indicatie te noemen, in
wnrrfî f8 fîf09 WSer eens te noemen' dat eigenlijk die voorkeurspositie
uitgeholt en of men daar niet wantrouwig tegenover moet staan.
De hëer Arnoidy stelt dat het standpunt van de V.V.D. met betrekking
tot dit proFleem ongewijzigd is gebleven, met name dat zij gaarne de beste
voorziemng wil hebben waar mogeüjk, ongeacht geslacht. Zij past in haar
ijn van de"ken noch positieve noch negatieve discriminatie toe en wenst
a een het heH van de mensen zoveel mogelijk te dienen door de best moqe-
îjke învulling, dat îs éen kant. Aan de andere kant heeft zij alle moqe-
begrip voor de învulling van achterstanden indien achterstanden in-
gevuld moeten worden en dat verzet zich dus in principe niet tegen de ge-
dachte om bij gelîjkwaardige keuze een vrouw voorrang te geven.
üverigens is zijn fraktie met het antwoord van het college tevreden.
de kanrff t"9 f1 funktle beoogde doel niet wezenlijk uitmaakt wie van
de kandidaten daarmee wordt beiast".
fnd?,-twee!le Plaats deeft spreker deelgenomen aan een congres inzake eman-
cipatiewerk als aspe<t van overheidspersoneelsbeleidHij heeft daarbii
een klapper gekregen waarin bijzonder fnteressante stellingen te lezen zijn.
oij de beantwoording van de vraag over de voorkeurspositie van vrouwen
dfe? iirffhnff™"raPP°rt' dat betrekking heeft op emancipatie- en
rn? f H rf' een e an9rlJke rol. Het speelt ook Tn onze gemeente een
roi en werkt: door in onze nota's vorming en opleiding, werving en selektie
endeeltijdarbeid. Tijdens de forumdiskussie van het congres werden wat
vragen gesteld over de wenselijkheid van de positieve discriminatie van
vrouwen m het personeelsbeleid zolang en waar dat nodig blijkt. Evenals
00k ln het EDO-rapport ai werd gedaan, hebben de sprekers zich enigs-
uan^hhferpRee[inf V-1 be9innen met de suggestie, die in de benadering
van de heer Borghouts ligt, te weerspreken als zou hier een beleid door
het college worden gevoerd dat loodrecht staat op het tot dusverre gevoer-
;Lbe!n In de eerst? Plaats clteert spreker uit de brief van de m-nis-
ter: 9626 wlJ*e van U1tvoeren komt erop neer dat zolang en daar waar' de
verdelîng van fun<ties over mannen en vrouwen daartoe aanleidinq qeeft
bij benoemingen en aanstellingen de voorkeur wordt gegeven aan vrouwelîjke
rfffhf1 verdelmg daartoe aanieiding geeft mannelijke kandidaten, in-
dien het voor wat betreft hun geschiktheid voor de realiserinq van het met