390
lijkheid is om te trachten de introduktie van de vrouwelijke agent waar
te maken.
De voorzitter zai bij de konkrete invulling van die vakature gaarne
rekening houden met datgene wat nu ter sprake is gekomen.
Vraag 19.
De heer Van Emmerik begrijpt dat het een pril begin is van de voor-
lichting. Het is ook voor de eerste keer dat deze post wordt opgevoerd.
Dat men nog niet precies weet in welke richting het zal gaan kan hij zich
voorstellen. Hij wacht dit met belangstell ing af en zal 'dit ook met aan-
dacht blijven volgen. Hij vraagt of er ook al politie-ambtenaren speciaal
zijn belast met deze voorlichtende taak, want hij dacht dat dit ook een
landelijke tendens was.
De voorzitter deelt mede dat hierovér een circulaire is gekomen. Re-
gionale ambtenaren zullen hiermee belast worden, maar dat is nog niet ge-
regeld en kan nog wel even duren. Het college vond het echter belangrijk
- er zijn in ieder geval landelijk allerlei materialen beschikbaar - of
die regionale funktionarissen er nu snel zullen zijn of niet, in het ko-
mende jaar een mogelijkheid te hebben om gebruik te maken van die technie-
ken die nu ook voor de poütie beschikbaar zijn.
De heer Van Emmerik zegt dat de regionale ambtenaren zijn bedoeld als
begeleidend-ëlement. Het is wel de opzet van deze hele misdaadvoorkoming-
aktiviteiten dat bij de betrokken korpsen zelf ook mensen meer speciaal
met taken belast worden. Dat is ook logisch, want men heeft van daaruit
rechtstreeks kontakt met de burgerij en is ook benaderbaar. Spreker be-
grijpt nu uit het antwoord dat het de bedoeling is dat nog gewacht wordt,
omdat de regionale begeleiding in deze regio nog niet helemaal is opge-
bouwd
De voorzitter antwoordt dat het niet de bedoeling is te wachten.
De fraktie van de heer flrnoldy is tevreden met het antwoord. In navol-
ging van de heer Van Emmerik vraagt ook spreker of er al één van de ambte-
naren specifiek is belast met het voorlichtingspakket. Hij kan zich voor-
stellen dat bij de politie de techniek van de maatregelen volledig onder
contrôle is. Hij kan zich ook voorstellen dat de techniek van het bedrij-
ven van voorlichting een geheel ander onderwerp betreft. Hij vraagt zich
daarom af of bij het feitelijk invuilen van dit werk aan een samenwer-
kingsverband wordt gedacht tussen het politieapparaat en de afdeling
voorlichting, of dat dit als een volkomen gescheiden werkzaamheid wordt
gezien.
De voorzitter denkt wel degelijk aan een mogeiijkheid van samenwerking.
Het punt voorlichting bij de politie ligt wat anders van geaardheid dan de
voorlichting vanuit het raadhuis. In het hele land kent het politieappa-
raat eigen politievoorlichters. Daarin is met de komst van de eigen voor-
lichter hier geen wijziging gekomen. Het betekent niet dat er niet regel-
matig door onze voorlichter kontakt is met het politieapparaat en daar
ook niet dienstverlenend wordt opgetreden. Indien er mogelijkheden in
deze tijd zijn om dat te doen en als er ook tijd voor beschikbaar is,dan
lijkt het spreker in ieder geval een nuttige zaak om de know how die wat
dat betreft op de secretarie aanwezig is ook voor deze zaak beschikbaar
te doen zijn. Dit is nog niet konkreet ingevuld, omdat gewacht zal worden
of de raad deze gelden beschikbaar zal stellen en omdat ook nog niet hele-
maal zeker is - er is namelijk inderdaad een man die thans formeel is aan-
28 novetnber 1930