28 november 1980
398
denkt spreker dat dit toch een zeer geëigend moment is om iets in een
begroting op te nemen. De raad is bezig met een begrotingsbehandeling
en heeft nu zicht gekregen op het financiële plaatje voor 1981 en vol-
gende jaren. Als men dan nog iets tekort vindt komen aan die begroting,
dan is dat een goed moment om die begroting aan te passen. En als men
over dekking zou praten - de wethouder heeft dat niet gedaan - dan ver-
wijst spreker naar twee ton onvoorziene omstandigheden
Inderdaad is er een overschrijding van het bedrag per leerling van
f 505,83, maar de wethouder kan niet aangeven door welke voorzieningen
dat komt. Dat zou bijvoorbeeld best eens in de gebouwen kunnen zitten,
of in extra kleuterleidsters en als men dan pleit voor f 4,55 per leer-
ling voor het onderhouden van schoolbibliotheken, dan is spreker met rne-
vrouw Snoep van oordeel dat er eindeloze debatten worden opgezet voor
kleine zaken, terwijl miljoenen er zo doorheen gaan.
Wethouder Reeringh meent dat de wat principiële uit heroverwegings-
oogpunt ingegeven benadering van de heer Baar, natuurlijk een waarde op
zich heeft. Inzake de teleurstel1ing over de procedure voelt het college
zich niet aangesproken. Het is een zaak geweest die op grond van een brief
van de kleuterleidsters in het college is geweest, waarop het in meerder-
heid "nee" heeft gezegd. Er was dus geen aanleiding om het in de onderwijs-
commissie aan de orde te stellen. Wel meent spreker dat deze zaak ooitwel
eens is opgevoerd in een bespreking over de heroverwegingsoperatie, toen
de onderwijscommissie eens met mensen uit het onderwijs heeft zitten pra-
ten.
Mevrouw Snoep merkt op dat nu een apart bedrag is voorgesteld voor de
bibliotheken, maar dat neemt niet weg dat de wéthouder die f 505,83 na-
tuurlijk kan heroverwegen
Wethouder Baar vindt dat dit bedrag en alles wat daarachter zit gewoon
ten principalFlieroverweegbaar moet blijven. Maar als de raad besluit om
die f 2.500,— inderdaad' op de begroting te plaatsen, dan denkt hij dat
dit volgend jaar niet heroverweegbaar is.
De voorzitter konstateert dat de raad zonder hoofdelijke stemming de
motie aanvaardt en deze als p.m.-post op de begroting opvoert.'
Punt 35.
Mevrouw Bierman vraagt hoe het mogelijk is dat leerlingen vrijwel
nooit tijdens het schooljaar op de muziekschool worden toegelaten, terwijl
de gemiddelde wachttijd toch maar 5 maanden is.
Mevrouw IJsselmuiden sluit zich bij deze vraag aan.
Wethouder Jager antwoordt dat het aantal van 96 mensen op de wachtlijst
inderdaad aanzTeriTijk lager is dan enige tijd geleden het geval v/as, het-
geen wordt veroorzaakt door het feit dat die wachtlijst bestaat: mensen
haken af of geven zich niet meer op omdat ze weten dat er een dergelijke
wachtlijst bestaat. De bedoeling van het antwoord is aan te geven dat er
een leerlingenstop is, in die zin, dat zoveel leerlingen worden toegelaten
als het budget, dat de gemeente Heemstede ter beschikking steit, toelaat.
Met de zin "slechts bij hoge uitzondering" is bedoeld dat slechts bij uit-
zondering in de loop van het schooljaar leerlingen worden toegelaten boven
dat bedrag en dat komt dus een hoogst enkele keer voor als men de sociale
of medische indikatie heeft, dat het voor een bepaalde leerling uit Heem-
stede gewenst is dat hij niet op de wachtlijst blijft staan totdat er ie-
mand de school verlaat, waardoor er weer een plaatsje van Heemstede vrij-
komt.