28 november 1980
378
dat hoe men het ook wendt of keert, in grote lijnen de praktische uit-
voering niet veel verschil zal uitmaken ten opzichte van de visies.
Misschien zou men fundamenteel verschiilend kunnen denken als hij op-
merkt dat in zijn fraktie het zwaartepunt van het beoordelen van het fi-
nancieel beleid in hoge mate wordt beïnvloed en geleid door hetgeen zij
algemeen financieel-economisch om zich heen ziet gebeuren in ons iand
en dat daarop pas naar haar sterke overtuiging een beleid past dat daar-
op anticipeert, hoewel de cijfers zoals ze er thans in Heemstede uitzien
nog geen direkte aanleiding vormen voor ernstige zorg in praktische zin.
Hierin misschien ook weer geen fundamenteei verschil van denkên. Als rnen
daaraan wil koppelen de gedachte van een genuanceerd denken, dan heeft
zijn fraktie daar volledig vrede mee. Het zou echter zeer wel kurinen be-
tekenen dat op een bepaald moment zijn fraktie een overigens gewenst pro-
jekt, uit oogpunt van financiële zorg, niet ondersteunt in de stennning.
Dat is gisteravond ook even opgemerkt. Die konsekwentie zal zijn fraktie
niet uit de weg gaan. Spreker hoopt dat door deze nadere verkiaring de
zaken, hoe zijn fraktie hier tegenover staat, nog duidelijker zijn gewor-
den en dat zal bij voorbaat bepaald ook niet inhouden dat zij zich zai
verzetten tegen de opstelling van cijfers zoals ze in het meerjaren-dek-
kingsplan door het college zijn gepresenteerd. Daartoe is thans geen aan-
leiding. Het standpunt van sprekers fraktie met betrekking tot de o.g.b.
is niet gewijzigd ten opzichte van haar vorig jaar ingenomen standpunt
en ook het volgend jaar zal hetzelfde het geval zijn.
De heer De Jong vindt dat de V.V.D.-fraktie in haar vraagstel1ing dui-
delijk te kennen heeft gegeven dat zij bij het creëren van budgettaire
ruimte in eerste instantie denkt aan beleidsombuigingen. Hij wijst er op
dat men sinds twee jaar, zolang ae hu'idige wechouder deze portefeuille
beheert, bezig is met beleidsombuigingen en dat dit natuurlijk niet een
proces is waar men jaren mee bezig kan blijven. Op een gegeven ogenblik
zal wel duidelijk worden dat er een bepaald evenwicht is gekomen in de
situatie. De neer Van Amërongen heeft terecht opgemerkt dat de gemeente-
lijke begroting er st.eeds meer toe neigt om ook in de gemeenterekening
zichtbaar te krijgen dat er met meer sprake is van wat în de afgelopen
jaren voortdurend zichtbaar was, namelijk nogal forse toevoegingen aan
de saIdi-reserve. üe mogelijkheden die de beleidsombuigingen in de afge-
lopen twee jaar met zich heûben meegebracht kunnen naar sprekers gevoel
niet twee jaar meer in deze orde van grootte voortduren. Wat dat betrett
meent hij dat de verwachting door de v.V.D.-fraktie uitgesproken, wat te
optimistisch zou kunnen zijn. Overigens is zijn fraktie het eens met het
antwoord van het college dat er een evenwichtig Deroep op een aantai za-
ken gedaan moet worden, maar hij is ervan overtuigd dat de beleidsombui-
gingen wat dat Detreft de komende jaren een amortiserende situatie zul-
len vertonen.
Lle heer Van Amerongen is blij met de opmerking van de heer Arnoldy.
Voor het eersc zegtTTij nu duidelijk aat men niet zomaar vri jbi i jvend
kan praten over het beperken van een lastenverhoging voor de burgers en
dat men daar dan ook onmidaellijk net voorzieningenniveau in relatie mee
moét brengen. Daarmee wordt de diskussie over het te voereri beleid een
neel stuk duidelijker. In de richting van de heer ue Jong zegt spreker
dat hier duidelijk sprake is van twee verschiilende proDlemen. Het eerste
is de vraag weike methodieken men toepast bij het samenstellen van de be-
groting, zodanig dat later ae rekening niet in al te grote mate afwijkt
van de begroting, dat is een apart proûleem. Daarnaast zijn de afgelopen
jaren een aantal echte beleidsombuigmgen doorgevoerd en dat is toch een
andere probiematiek.