18 december 1980
421
maties te krijgen over de resultaten van deze training, om goed te kunnen
beoordelen of een voortgaande subsidiëring wel gewenst is.
Inzake het C.D.A.-Vrouwenberaad is sprekers fraktie het eens met de meer-
derheid van het college, op precies dezelfde gronden waarop zij het in
maart 1980 niet eens was met de meerderheid van het college.
Wethouder Jager antwoordt dat het college ten aanzien van de evaiuatie
1980-aktiviteiten ook benieuwd is naar de verslaglegging, hetgeen zij ook
zeker ter kennis zai brengen van de commissie weîzijn en ook van de plan-
commissie. Mevrouw Van der Pas heeft zich ten aanzien van de Vos-cursus
die onder punt 1 wordt genoemd afgevraagd, of het wei zin heeft die door
te laten gaan als uit de open informatie-avonden in het Honk, die in het
voorjaar van 1981 worden gehouden, zou blijken dat een Vos-cursus ten be-
hoeve van de groepen waarvoor het Honk werkt niet nodig zou zijn. De in-
druk bestaat op dit moment nog stellig dat er ook daarbuiten nog beslist
behoefte bestaat aan ruimte voor Vos-cursussen. Of dat altijd zo zal blij-
ven weet spreker niet. Op een gegeven moment raakt misschien ook op dat
punt de markt verzadigd. Dus een zinvolle besteding van die Vos-cursus,
ook als die niet voor de Indische buurt en de bomenbuurt-groepen bestemd
zai zijn, is wel verzekerd. Het college heeft alleen gezegd dat, gezien de
eerdere afspraken op dit punt, mocht de behoefte in de Indische buurt en
in de bomenbuurt wel aanwezig blijken te zijn, deze cursus daar in elk ge-
val gehouden zou moeten worden, omdat daar dan naar het oordeel van het
coliege prioriteit zou moeten liggen.
Wat betreft de samepstel1ing van de begroting van het Vrouwencontact denkt
spreker dat hier sprake is van het wennen aan subsidieregels en subsidie-
technieken, waarbij bovendien nog komt dat men ook nog niet beschikt over
bijvoorbeeld een êénduidig formulier van de kant van de gemeente voor het
aanvragen van dit soort zaken. Het is niet onmogelijk dat in de toekomst,
ais de subsidieverordeningen zijn vastgesteld, daarbij te eniger tijd een
bepaalde regelbepaalde formulieren wellicht zelfs, ontworpen kunnen wor-
den die het gemakkelijk maken voor organisaties om te voldoen aan ééndui-
dige vormen van indienen van aanvragrn, zodat ook de verwerking daarvan
door het ambtelijk apparaat en de raad wat gemakkeiijker zal verlopen.
Vorig jaar is inderdaad gezegd dat het college in principe vindt dat orga-
nisaties als Vrouwencontact en Vido-groep, als het tenminste blijvende
clubs zijn, naar rechtspersoonlijkheid dienen te streven. Spreker is alleen
bekend dat het Vrouwencafê er inderdaad wel mee bezig is geweest, het is
nog niet afgerond. Spreker wil daar nog wel eens op aandringen.
Inzake de coördinatiewerkster voor het Vrouwencafé herhaalt spreker wat
hij vorig jaar op dat punt heeft gezegd, dat het college van oordeel is dat
zoals zeer vele aktiviteiten binnen club- en buurthuis door beroepskrachten
worden begeleid en gecoördineerd, het ook mogelijk moet zijn dat ermiddelen.
ter beschikking worden gesteld van dit soort groepen die deze aktiviteiten
organiseren om beroepsmatige hulp in te schakelen. Dat kan zo'n club op
verschillende manieren doen. Men kan uren inhuren van bestaande beroeps-
krachten of een speciale beroepskracht daarvoor aantrekken. Dat is in dit
geval ter keuze van de betrokken organisatie. Hij vindt het niets bijzon-
ders ook bij dit soort sociaal-culturele aktiviteiten de mogeiijkheden te
creëren voor een beetje professioneie coördinatie.
Wat spreker zojuist heeft gezegd met betrekking tot de coördinatiewerkster
voor het Vrouwencafé, geldt in belangrijke mate ook voor de vergoeding cur-
susleiding. De bedoeling van deze post is dat er gewoon sprake is van man-
kracht die noodzakeiijk is voor het tot stand brengen van dit soort cursus-
sen, het gaat dus niet over docenten, maar over de organisatie van de cur-
sus en daarvoor dient een zekere vergoeding plaats te vinden van de uren
