414 18 december 1980 men daar anders over denkt en waar men ook andere érvaring heeft. Het is natuurlijk niet de bedoeling van zijn fraktie oui door een kombina- tie van plannen de werkzaamheden aan de riolering op te houden. Het gaat er juist om dat heroverwogen wordt of we werkelijk binnen goede kaders be- zig zijn met allerlei werkzaamheden te gaan uitvoeren naar aanleiding van plannen en omstandigheden die men nu kent, maar die later wellicht strijdig blijken met een totaalplan, zodat men ze weer moet opbreken en opnieuw moet aanpassen. Spreker heeft de allereerste keer - twee jaar geleden - ook ge- sproken over uitbreiding van het aantal schepen in de woonschepen haven en persoonlijk ziet hij nog steeds niet in waarom dat niet zou kunnen gebeuren. Uiteindelijk is er altijd nog een woningtekort en ook woonschepen van goede kwaliteit helpen het woningtekort drukken. Als er een goede woonschepenha- ven is en men kan daar met heei weinig moeite door twee zijkanalen te graven 8 of 10 schepen bijleggen, dan ziet hij nog steeds niet in waarom dat niet te overwegen zou zijn. Zeker als dat nu gekombineerd kan worden én met de aanleg van een riolering én met de aanleg van een loswal én met eventueel nodige werkzaamheden aan het beitterrein. Daarom vraagt hij het college de- ze elementen nog eens opnieuw op een rij te zetten, er desnoods een praat- prent van te maken en éën en ander in de commissie te bespreken. Als er nu zo snel mogelijk werkzaamheden gaan gebeuren, dan zou er een inzicht kunnen zijn of deze ook binnen een geheei passen. Anders is hij persoonlijk toch bang dat men thans werken gaat uitvoeren waarop binnen een paar jaar terug- gekomen moet worden. Mevrouw Van der Pas vraagt of het niet zinvoller is een konkreet gericht voorstel aan de waterbeheerder te doen of het mogelijk is daar een los- en laadwal te doen aanleggen. Het is namelijk veel zinvoller om dan een diskus- sie te beginnen, want als men zeker weet dat dit niet toegestaan is, dan iijkt haar de diskussie ook weinig zinvol. De heer Borghouts heeft geen toezegging van de wethouder gehoord over de snelle aanpak van de woonwagenlokatie. Hij heeft wel de moei'l ijkheden ge- schetst. Hij heeft niet gezegd er wel snel achterheen te gaan. Spreker heeft juist gewezen op het belang van de gemeente om snel te weten waar men aan toe is. Hij is blij dat in ieder geval de uitgangspunten van de huurovereen- komst en de aanlegvergunning in de commissie ter bespreking komen. Spreker is blij dat de C.D.A.-fraktie zich schaart achter het P.H.-amende- ment. Ondanks de bezwaren die de wethouder naar voren heeft gebracht tegen woonschepen van meer dan één woonlaag, moet men zich als gemeente niet neer- leggen bij wat een provincie denkt dat zij voor moet schrijven voor de gehe- ie provincie wat betreft de hoogte van woonschepen, want de ene plaats waar woonschepen liggen is niet de andere en in Heemstede heeft men nu juist een plaats waar een hoger woonschip dan één woonlaag best kan liggen. Spreker wijst erop dat zijn fraktie woonschepen als een eigen woonvorm beschouwt en ook bij de meest gebruikelijke woonvorm, woonhuizen, kijkt men toch naar welke hoogte bij de omgeving past waar men huizen wil plaatsen. Die afweging wil zij ook bij woonschepen maken en dat zegt zij dat op deze plaats in Heemstede gemakkelijk een hoger woonschip dan één woonlaag kan liggen. De wethouder heeft toegezegd zo snel mo'gelijk het plan van de M.A.C.H., als dat er éénmaal ligt, verder te helpen. Spreker verzoekt de wethouder ook te vragen om snelheid bij de indiening van het plan. In de afgelopen commissie- vergadering leek het alsof er een heel nieuwe mededeling kwam; men was be- zig met een firma die een tekening zou maken. Dat was een aardige medede- ling van de heren van de M.A.C.H., maar spreker heeft gekonstateerd dat die- zelfde mededeling al in een commissievergadering in 1976 was gedaan. Wat betreft het onderzoek had spreker de indruk dat de heer Van Vlijmen toch

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1980 | | pagina 8