8
29 januari 1981
de volledig zou zijn geciteerd. Spreker raerkt op dât in de procedure met
betrekking tot het afvloeien van de kleuterhelpsters, dat in de beantwoor-
ding als voorbeeid ter adstruktie wordt gebruikt, bij betrokkene waar het
toen om ging, al een jaar iang een tijdelijk dienstverband bestond en dat
het besluit ten aanzien van haar na dat jaar, op grond van voorgenoraen be-
leidswijzigingwerd genomen.
Spreker denkt dat hier een nog duidelijker situatie aan de orde lijkt te
zijn, oradat betrokkene nog niet in dienst was van de gemeentc en aan haar
van tevoren het standpunt van het college is medegedeeld. Hij denkt dat dit
zeker de duidelijkheid heeft bevordc-rd. In de tweede plaats merkt sprekor
raot betrekking tot de toen gevoerde procedure voor de ambtenarerirechter op
dat de rechter toen heeft overwogen: in het onderhavige geval deden zich
bijzondere orastand'igheden voor die van voldoende gewicht waren om van het
gebruik af te wijken, het gemeentelijke normale gebruik. In het vooruit-
zicht dat klaagsters funktie zou komen te vervallen lag het in de rede dat
de gemeente geen vaste aanstelling meer verleende. Zv/aarv/ogende redenen
van algemeen belang, waarbij hier met name aan een evenwichtige perso-
neelsplanning alsook aan kostenbewaking dient te worden gedacht, verzetten
zich hiertegen.
De heer Borghouts zegt dan dat als de rechter er kennelijk van uitging dat
er een vooruitzicht bestond dat klaagsters funktie zou koraen te vervallen,
het dan op dat moment eigenlijk al duidelijk was, althans daar heeft de
rechter zich toen op gebaseerd. Spreker meent daar tegenover to mogen stel-
len dat ook de ambtenarenrechter op het moment waarop hij de beschikking
nam wist, althans kon weten - daarorj zal ook het ivoord "in het voorujt-
zicht zijn gebruikt - dat op het moment waarom het daar ging, door de raad
r.og geen beslissing was genomen. Geen beslissing derhalve en dus nog een
onzekere situatie.
Voorts voert de heer Borghouts als verwijt aan in de richting van het be-
Ieid van burgemeester en wethouders, dat hier een goedkoop financieel ar-
guraent is overgebleven. Het college is van mening dat dit verwijt niet te-
recht wordt gemaakt. Het colloge is van mening dat het algomeen gemeente-
lijk belang, daaronder kan eigenlijk alles vallen, personele belangen maar
ook zeker financiële belangen, afgewogen dient te worden tegen de situatie
die zich voordoet. Het college meent dat dit in het onderhavige geval is
gebeurdHet college is ervan overtuigd hier geen beleid te hebben gevoerd
waarbij problemen van de gemeente of de meerderheidspositie die bij de werk-
gever zou bestaan, zijn afgewenteld op een economisch zwakkere. Het ishier
gegaan ora een redelijke afweging van gemeenteljjke belangen,en dan met na-
rae het beleid dat verstrekkendo konsekwenties zou kunnen hebben, die nog
niet te overzien zouden zijn, alleen ten aanzien van het punt dat het ver-
strekkende konsekwenties zouden zijn, aan de ene kant, tegenover het ver-
zoek van betrokkene om al direkt in vaste dienst te komen aan de andere
kant. Spreker wijst er in dit verband terzijde nog op, dat bij "normale"
aanstellingen altijd een jaar proeftijd, een jaar tijdelijke aanstelling,
gebruikelijk is. Wat dat botreft heeft het eerste jaar tijdelijk voor be-
trokkene geen verschil uitgemaakt. Wel ..geeft spreker op voorhand toe dat
het bij een aanstelling in het geval van voorgenomen beleidswijziging voor
betrokkene een jaar kan schelen en de tijdelijkheid eventueel tot drie jaar
kan uitlopen en in andere gevallen maximaal twee jaar kan zijn. Het gaat
hier om dit ene geval en het gemeentelijk beleid - het college heeft zich
dat ook gerealiseerd - kan men niet aan ad hoc-gevallen ophangen. Wat te
denken van een situatie die denkbaar zou zijn geweest als het hier om meer
personeelsleden v/as gegaan, dat het hier om funkties zou zijn gegaan die
grote financiële konsekwenties zouden hebben. Hij denkt dat het dan een
redelijk beleid van een college is ora dan wel degelijk de financiële eler