4e afd.
6 mei 1981
53
aanbrengen of aanleggen van oeverbeschoeiingen, van kaden of van aan-
legplaatsen voor boten;
h. werken of werkzaamheden, welke wijzigingen van de waterhuishouding of
de waterbestand beogen of tengevolge hebben;
i. het vellen, rooien of beschadigen van houtgewas anders dan bij wijze
van verzorging, met dien verstande dat geen aanlegvergunning is ver-
eist met betrekking tot bossen en andere houtopstanden, welke deel uit-
maken van bosbouwondernemingen, die als zodanig bij het Bosschap gere-
gistreerd staan en met dien verstande dat geen aanlegvergunning is ver-
eist voor het periodiek kappen van griendhout en ander hakhout, voorzo-
ver betreffende de normale uitoefening van het op het tijdstip van in-
werkingtreding van dit besluit bestaande bodemgebruik;
j. het winnen van bosstrooisel of mos;
k. het aanbrengen van afbeeidingen of tekens voor commerciële doeleinden;
1. het bebossen van gronden, die op het tijdstip van de inwerkingtreding
van dit besluit niet als bosgronden konden worden aangemerkt.
III. te bepalen dat de hierboven genoemde werken en werkzaamheden niet toe-
laatbaar zijn, indien daardoor, dan wel door de daarvan, hetzij direkt,
hetzij indirekt te verwachten gevolgen, schade wordt toegebracht aan
de landschappelijke, natuurwetenschappelijke of cultuurhistorische
waarde van het gebied, waarvoor dit voorbereidingsbesluit van kracht
is.
HEEMSTEDE, 6 mei 1981.
De raad voornoemd,
De secretarisDe voorzitter,