79 6 me i 1981 uitspraak over dienen te komen. Met betrekking tot de plannen, waar de heer De Jong titre personnel over sprak en die zouden moeten leiden tot een wat bescheidener opzet, kan men verschillend denken. In elk gevai zou een kontinuering van de bestaande situatie tot verliezen ieiden die in de orde van grootte lig- gen van wat thans voorligt. Door de voorbereiders in de ambtelijke stuk- ken is een globaal exploitatiebeeld gepresenteerd van wat te voorschijn zou komen als twee baden in elkaar geschoven zouden worden. Daameeis na- tuurlijk niet gezend dat geen andere bescheidenc-r opzet gevonden zou kun- nen worden, die een lager lastenpakket te zien zou geven, maar daar is inderdaad, behalve de twee situaties die spreker noemde, niet naar geke- ken. Wat betreft de vraag over het honorarium van de architekt zegt spre- kerdat het niet zo simpei is die vraag met ja of nee te beantwoorden. Hij krijgt, als hij de opdracht vanavond ontvangt, voor zijn werkzaamheden f 372.000,--. Het is moeilijk nu al iets te zeggen over hoe het gaat als eind juni één en ander veranderd moet worden, zonder dat men min of meer exakt weet waarop die eventuele wijzigingen dan betrekking zouden hebben. De architekt heeft altijd gezegd dat kleine of relatief niet te grote aan- passingen kunnen plaatsvinden zonder dat daarvoor extra kosten in rekening worden gebracht. In dat verband noemt spreker: een wijziging van de inde- ling van de kleedakkommodatiehet vervallen van een solarium, het verval- len of verplaatsen van een whirlpooi met wat konsekwentiesenzovoort. Het zou natuurlijk anders worden als de bijstelling van het pian eigenlijk een principiële wijziging van het plan zou betekenen. Dan is het de vraag of men over hetzelfde plan kan spreken. Realistischer lijkt dan om het te hebben over een ander plan. Mocht dat zo zijn dan denkt spreker dat men spreekt over de periode van na eind juni van dit jaar, want dan zal geble- ken zijn dat het plan in zijn presentatie zoals het nu dan naar voren zal komenhet niet of niet geheel of voor een belangrijk deel niet zal hebben gehaald. Dat zou impliceren dat er dan wezenlijke nieuwe uitgangspunten zouden moeten komen, dus tekeningen gemaakt zouden moeten worden en dat zou inderdaad betekenen dat er een nieuw krediet gevraagd zou moeten vror- den. De orde van grootte is ook met de architekt besproken, wat dat be- treft kan men dan denken aan een orde van grootte van een ton. Dat zal tevens betekenen dat dit natuurlijk ook dan geen sinecure zal zijn. Spreker denkt dat het best mogelijk zou zijn dat bedrag belangrijk te verminderen, misschien om het heiemaal weg te werken. Maar hij denkt dan ook dat men zich in redelijkheid moet afvragen wat de prijs is die men daarvoor betaalt. Hij denkt dat het redelijk is van een architekt, want hij blijft dan als architekt bezig, dat hij bij een wezenlijke om- werking van zijn plan extra architektenhonorarium vraagt. Het is heel redeiijk voor de gemeente om ten opzichte van een dergelijke architekt 100% vrij te blijven staan. Hij betwijfeit of die 100% vrijheid nog zou bestaan als men gaat praten over het extra honorarium wat men eventueel kan vragen en wat ook redelijk is om te vragen. Hij denkt dat de gemeen- te dan in de morele sfeer min of meer gebonden zou kunnen zijn. Konse- kwenties zouden dan overigens nog zij.n een vertraging van de hele proce- dure, waarbij men kan denken aan het verlies van een investeringssubsi- die van de provincie, de bouwkosten zullen verder stijgen en ook de ad- viseur zal natuurlijk nadere kosten vergen. De door de heer De Jong genoemde expliciete punten zal spreker meenemen in de besprekingen. Wat betreft de kwestie van de afschrijvingsmethodiekannuftair of li- neair, zegt hij dat het per saldo gelijk moet uitkomen. Het college neigt ernaar om in dit geval de annuïtaire methodiek te kiezen, maar een formeel

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1981 | | pagina 14