6 mei 1981
80
besluit îs daar nog niet over genomen. De algemene teneur van de inspraak
over deze hele kwestie is geweest dat de beide binnenbaden en.het hand-
haven met name van het open bad, in zeer belangrijke mate tegemoet komt
aan de wensen die globaal lijken te leven binnen de Heemsteedse gemeen-
hoorf' l!6 al een in elk geva1 zeer fraai geiegen akkommodatie
heeft gekend. Wat de bestaandê akkommodatie voor kosten zou gaan opleveren
daarvan denkt spreker dat men thans zou moeten uitgaan van een orde van
grootte van ongeveer 1,8 miljoen per jaar als men r.iets zou doen behaïve
renoveren en een meuw instruktiebad maken. Hij denkt ook dat het zinvoi
îs geweest dat in eik geval op een redelijke manier, zij het dan dat die
globaal is en dat er nog zeker wat foutjes in zullen zitten, inzicht is
verkregen in het exploitatiebeeld dat ons eventueel te wachten staat.
Hij denkt ook dat men bij dit alles niet mag vergeten dat de Heemsteedse
bevolkingmaar ook die van Bennebroek en wellicht ook in een rand rond
onze twee gemeenten heen, hierbij een akkommodatie aangeboden zullen krii-
gen die bijzonder attraktief is, die voldoet aan de eisen van deze tiid
en een waardig opvolger is van de akkommodatie die men tot nu toe gehad
neeft, waarbij dan de aanwezigheid van de te bouwen sportnal natuurlijk
mede de dubbele kroon zal betekenen. Tenslotte zegt spreker dat in deze
door de afdeling rechtspraak van de raad van state he't arob-beroeo terzii-
de îs gelegd. p J
De heer Van Amerongen vraagt of de wethouder van financiën hetzelfde
antwoord op de vraag van de heer De Jong gegeven zou hebben ten aanzien
van het vraagstuk van annuïteiten of een îineaire afschrijvinq zoals de
wethouder van sport heeft gedaan. De wethouder sport zei namelijk dat het
over treft niets uitrnaakt- Spreker heeft daar een ander idee
Wethcuder Jager wijst erop dat als men het over de georganiseerde 7wem-
sport în deze gemeente heeft men het ongeveer over 1/27e van onze bevol-
king heeft. Hij wijst er bovendien op dat hoe men het ook wendt of keert
ook bij ce opvattingen zoals die uit het minderheidsstandpunt naar voren'
komen, name îjk een bescheidener omvang voor wat betreft de binnenakkommo-
aatie, er altijd nog sprake is van een aanzienlijke verbetering van de si-
tuatie ook vcor de georganiseerde zwemsport ten opzichte van het huidiqe
beeld. Hij denkt dus dat het onjuist is te suggereren dat er in het min-
derheidsstandpunt sprake is van een in het geheel niet aan de bak laten ko-
men van ae georganiseerde zwemsport.
Wethouder Baar merkt op dat men in een systeem van annuïtaire afschrii-
ving aan het eiTiïï lets meer rente heeft betaald dan in het systeem van
lineaire afschnjving, omdat men langzamer aflost. Daar staat natuurliik
als voordeel tegenover en dan hangt het er maar van af of men dat in een
verde?en ultdrukken» dat men de lasten gelijkmatiger over de jaren gaat
De heer Van Amerongen meent dat dit opgaat als men geen rekening houdt
met stijgende onderhoudslasten. Hij zou het met ae wethouder financiën
eens kunnen zijn als hij op het moment dat hij spreekt over iets meer ren-
telasten, het woordje "iets" eraf laat.
Mevrouw Noorman zegt dat de wethouder heeft gesteld dat de realiteit
van het programma van eisen van het huidige plan getoetst is door de V N G
en dat men met die visie akkoord is gegaan. Zij wijst erop dat bij de toêt-
sing door de V.N.G. geen sprake was van beoordeling van een exploitatie-op-
zet en dat als de raad een jaar geleden had uitgesproken akkoord te aaan
met een exploitatietekort van bijvoorbeeld 2| miljoen per jaar, zij iich