85
6 mei 1981
XVI. Vaststelling woonnota. (volgnr. 62)
De heer Van Vlijmen meent dat er zelden in deze raad een lid zal zijn
geweest dat met zovee'l instemming een nota heeft besproken als hij dat
thans mag doen. Ook zijn fraktie heeft herhaaidel i jk naar voren gebrar.ht
dat er eigenlijk een struktuurnota zou moeten zijn, maar naast andere be-
langrijke elementen daarvoor is het duidelijk dat juist het wonen daarin
het belangrijkste aspekt zou zijn. De C.D.A.-fraktie heeft voor het maken
van de woonnota ook gevraagd om de samenstell ing daarvan te doen bestaan
uit een putten uit gegevens die er al zijn, dus niet nieuwe kosten maken.
Spreker konstateert dat dit uitmuntend geslaagd is en.hij wil namens zijn
fraktie een buitengewoon kompliment maken voor de knappe wijze waarop het
ambtelijke apparaat erin geslaagd is dat werkstuk te leveren.
De woningmarkt in Nederland is in feite een machinerie met kromme stangen
en eivormige tandwielen en dat is gekomen door een overmaat aan maatregelen
en bijsturingen vooral in het financiële vlak, overigens vaak terecht.
Maar het mechanisme als zodanig werkt toch bijzonder verstorend en vooral
op het doorstromen. Hij vindt het daarom zo belangrijk dat men nu eens zon-
der de financiële gegevens gewoon kijkt naar het simpele feit: hoeveel hui-
zen staan er nu, wat voor bewoners hebben we in wat voor gezinssamenstel-
ling en hoeveel vraag is er in aantallen, zonder dat inen daar direkt finan-
ciële aspekten aan verbindt. Dat is in deze nota dus de normatieve woning-
behoefte. Zijn fraktie is van mening, met waardering kennis genomen hebbend
van de rekenmodellen waarom in de commissie was gevraagd en die ook duide-
iijk laten zien hoe men met dit instrument kan werken, dat thans de in de
nota zelf genoemde normering als uitgangspunt genomen kan worden. Dat wil
niet zeggen dat ze voor eeuwig zouden moeten gelden. Zij doet dan ook de
suggestie de thans aan te nemen nota een goed plaatsje te geven op het in-
strumentenbord van de gemeente als meetinstruraent en het met de beleids-
planriing elke keer bij te stellen, want naar gelang men bouwplannen zal
realiseren zal dat plaatsje vanzelf veranderen en enige bijsturing zou dan
plaats kunnen vinden zowel aan de aanbodzijde als aan de vraagzijde.
Dit instrument zou ook nog wel verfijnd kunnen worden, hetgeen echter weer
veel werk zal geven. Spreker doet daarom ook geen voorstel om daar meteen
mee aan de gang te gaan en over enige tijd weer een nieuwe aanvullende no-
ta te produceren, maar hij wil toch in de gedachten meegeven om de cijfers
zoals die nu in de nota staan, zeker voor wat het aanbod van de wcningen
en de rubricering daarvan betreft, die rubricering nog eens een extrn di-
mensie te geven door achter de vrije sektor en de huursektor als het ware
een soort huurprijzen te projekteren. Hij denkt dat als dit in de loop der
jaren steeds wordt bijgestuurd, men op die manier een vrij goed instrument
heeft om binnen de bestaande financiële kaders te kunnen bijsturen. Dat
zou op den duur tot gevolg moeten hebben dat bij realisering van nieuwe
bouwplannen niet, zoals veelal het geval is geweest bij de Geleerdenwijk
en de Rivierenwijk, vooral een grote toevloed van niet-ingezetenen naar
Heemstede plaatsvindt, maar dat er dan ook werkelijk direkt voor de be-
hoefte van de woningzoekenden uit onze_gemeente kan worden gebouwd.
Mevrouw Van der Pas merkt op dat de woonnota een aantal mogelijkheden
geeft om de nog te realiseren bouwplannen binnen de gemeente in te vullen.
Het is dan wel geen masterplan, maar het geeft toch de mogelijkheid enige
uitgangspunten vast te leggen. Of deze financieel haalbaar zijn is nog de
vraag, maar dit zal van geval tot geval bekeken moeten worden.
Het stemt haar fraktie tot tevredenheid dat ook de aanbevelingen van de
stuurgroep één- en tweepersoonshuishoudens van 23 maart 1978 in de woonnota