5e afd. 25 juni 1981 78
vrage twee AROB-procedures worden gestart. Wij achten dat ongewenst.
Wij menen, dat e.e.a. voorkomen kan worden door de beslissing van de
raad ter vaststelling van het programma zodanig te formuleren, dat het
programma een machtiging voor ons college wordt om de beslissing te ne-
men tot het verlenen van voorlopige subsidies.
In de verordening kan worden opgenomen, dat ons college voorlopig beslist
op de subsidie-aanvragen, met inachtneming van het programma. Verder kan
een beroepsrecht op de raad worden opgenomen tegen de beslissingen van
ons college en tegen weigeringen om te beslissen (met name eventuele ter-
mijnsoverschrijding)In verschillende artikelen is ons college bevoegd
verklaard tot het stellen van nadere voorwaarden. Het beroepsrecht op de
raad zal zich ook dienen uit te strekken tot de beslissing van ons college
tot het stellen van nadere voorwaarden, anders zou de beslissing tot het
stellen van nadere voorwaarden een beslissing zijn, waartegen, op grond
van de wet AROB, een bezwaarschrift bij ons college ingediend zou kunnen
worden, zodat wederom twee procedures kunnen ontstaan.
(1. Een beroepsrecht op de raad tegen de beslissing van ons college tot
het al dan niet verlenen van een voorlopig subsidie; beroep bij de af-
deling Rechtspraak van de Raad van State ingevolge de wet AROB tegen de
beslissing in beroep van de raad;
2. een bezwaarschrift ingevolge de wet AROB tegen de beslissing van ons col
lege tot het stelien van nadere voorwaarden; beroep bij de afdeling
Rechtspraak van de Raad van State ingevolge de wet AROB tegen de be-
slissing van ons college op het bezwaarschrift)
Wij stellen u in verband daarmede voor het eerste lid van artikel 19 als
volgt te redigeren:
"Op een subsidieaanvraag wordt voorlopig beslist door burgemeester en wet-
houders. Deze beslissing wordt genomen met inachtname van het door de raad
vastgestelde programma".
In verband met de wijziging van het eerste lid stellen wij u voor het
tweede lid als volgt te redigeren: "In afwijking van het vorige lid kan op
een subsidieaanvraag, die betrekking heeft op aktiviteiten en/of voorzie-
ningen, die op het moment van de vaststelling van het programma niet waren
te voorzien, voorlopig worden beslist bij afzonderlijk raadsbesluit".
Het derde en vierde lid van artikel 19 kunnen ongewijzigd blijven.
Het vijfde lid wordt het zesde lid. Een nieuw vijfde lid wordt ingevoegd,
-3-