5ë afd. 25 juni 1981 78
5. Burgemeester en wethouders kunnen verlangen dat ook andere gege-
vens dan genoemd in het derde en vorige lid worden overgelegd,
indien zij dit voor een goede uitvoering van deze verordeninq'
nodig achten. a
6. Burgemeester en wethouders kunnen met betrekking tot het be-
paalde in het derde en vierde iid nadere voorwaarden stellen
en formuiieren uitvaardigen, waarop de gevraagde gegevens ver-
strekt dienen te worden; zij gaan daar niet toe over dan na over-
leg met de commissie.
7. Wijzigingen in de statuten, de stichtingsacte of het reglement
van een organisatie, dienen vooraf ter goedkeuring aan burqe-
meester en wethouders te worden voorgelegd, tenzij deze wijzi-
gingen uit andere hoofde aan de goedkeuring van de raad ziin
onderworpen.
8. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het be-
paalde in de leden 2 tot en met 5 en 7.
Artikel 18
Wanneer een subsidieaanvraag te laat wordt ingediend, dan wei wan-
neer aan de verplîchting, genoemd in het derde lid van het voriqe
artikel onvoldoende is voldaan, kan de raad de subsidieaanvraaq
met ontvankelijk verklaren.
Hoofdstuk IX. Subsidiebeschikkinq.
Artikel 19
1. Op de subsidieaanvraag wordt voorlopig beslist bij de vaststel-
nng van het programma.
2. Van het vorige lid kan worden afgeweken indien de aanvraaqi betrek-
king heeft op activiteiten en/of voorzieningen, die op het moment
van de vaststelling van het programma niet waren te voorzien.
3. Indien de organisatie die een gemeenteiijk subsidie aanvraaqt
tevens een provinciale en/of rijkssubsidie kan aanvragen, kan de
beshssmg, in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, wor-
den uitgesteld tot ten hoogste drie maanden nadat over de toeken-
mng van het provinciale en/of rijkssubsidie is besl.ist.
4. Burgemeester en wethouders delen de voorlopige beslissinq on de
subsidieaanvraag schrifteiijk aan de organisatia mede binnen twee
maanden na de datum waarop het programma is vastgesteid en vennel-
den daarbij welke nadere voorwaarden door hen zijn gesteld.
5. Het subsidie wordt definitief vastgesteld door burgemeester en wet-
houders na ontvangst van de in artikel 17 vierde lid, genoemde ge-
gevens, dan wel na ontvangst van een opgave van definitieve kosten
waarvoor een eenmalig subsidie is verstrekt.
6. In geval van toekenning van een waarderingssubsidie, bedoeld
m artikel 16 vierde lid, wordt daarover/in afwijking van het
bepaalde m het eerste lid, definitief beslist bij de vast-
stellmg var, het programma; de leden 3 en 5 zijn daarbii niet
van toepassing.
Artikei 20
Een beschikking, waarbij een gevraagde subsidie wordt geweiqord
o waarbij een subsidie wordt verleend, die voor de organisatie
ongunstig afwijkt van de aanvraag, bevat de redenen, die tot de
beslissmg hebben geleid. 10