Artikel 1
1. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder.
a. de rijksbijdrageregeling: de tijdelijke rijksbijdragerege-
ling gecoördineerd bejaardenwerk;
b. gecoördineerd bejaardenwerk: het met inspraak van de bejaar-
den bevorderen van hun zelfstandigheid en maatschappenjke
integratie door:
1. het coördineren van de uitvoering van de
voor bejaarden bestemde voorzieningen en
activiteiten van in de gemeente werkzaam
zijnde organisaties;
2. aandacht te vragen bij de samenleving voor
de positie van de bejaarden en haar te be-
betrekken bij het wegnemen van belemmeringen
en achterstanden ten aanzien van het wel-
zijn van de bejaarden;
3. te signaleren welke voorzieningen en activitei-
ten er voor de bejaarden ontbreken dan wei ach-
terblijven;
4. het organiseren van sociaie, sociaal-cultureie,
recreatieve, vormende en voorlichtende activi-
teiten voor bejaarden.
c. bejaarde inwoner van de gemeente Heemstede van 65 jaar of ouder,
d. beroepskracht: persoon in dienst van een organisatie;
e. vrijwilliger: degene, die niet als beroepskracht gecoördineerd
bejaardenwerk uitvoert.
2 In deze verordening wordt onder de begrippen"de raadi''burgemeester
en wethouders" We raadscommissie" We comnissie;' 'tubsidie en orgam-
satie"hetzelfde verstaan als daaronder wordt verstaan în de algemene
subsidieverordening specifiek welzijn.
Hoofdstuk II. Reikwijdte en aard van de verordening.
Artikel 2
1. Deze verordening is van toepassing op de subsidiëring door de gemeente
van organisaties werkzaam op het gebied van het gecoördineerd bejaar-
denwerk.
2 De algemene subsidieverordening specifiek welzijn is eveneens van toe-
passing op de subsidiëring door de gemeente van orgamsaties werkzaam
op het gebied van gecoördineerd bejaardenwerk, tenzij daarvan in
deze verordening wordt afgeweken.
Hoofdstuk III. Dei.iocratiscn functioneren.
Artikel 3
1. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid van artikel 10 van de
algemene subsidieverordening specifiek welzijn, bestaat.
a. het bestuur van de organisatie voor tenminste dertig procent uit
vertegenwoordigers van de in het werkgebied van de organisatie;^
5e afd. 25 juni 1981 78
OuTdEiîP Vfc'unUiiFNTWr, r.i-T.OORDIiiHEP.Ü BEJAARJEilWË.lK.
Hoofdstuk IBeqrippen.