25 juni 1981
147
De heer Van der Hulst merkt op dat de mogelijkheden om bouwplannen
in het kader van ae Van Dam-regeling te verwezenlijken in Heemstede dun
gezaaid zijn. Het is daarom verheugend dat dit nu mogelijk was en hij
hoopt dat de bouw spoedig kan beginnen.
Wethouder Jager antwoordt dat ook het college zich verheugt dat dit
besluit thans voorgelegd kon worden. Mede namens de eerstverantwoordelijke
portefeuillehouder zegt spreker dank voor de waarderende woorden die zijn
uitgesproken en die spreker nadrukkeiijk in zijn richting wil doorschuiven.
Inzake de vraag naar de eventuele meerkosten in de huurprijs met betrek-
king tot de geluidsisolatie zegt spreker niet nadrukkelijk te kunnen zeggen
hoeveel het zal zijn, maar wel wat het maximaal zal kunnen zijn gezien het
feit dat er nog maar geringe ruimte over is in de stichtingskosten per wo-
ning tot aan de grens waarboven men niet mag gaan. Bij de stichtingskosten
van die woningen zal het binnen dat bedragmoeten blijven en dat zal maximaal
een huurverhoging per maand van tussen de f 10,-- en f 15,-- kunnen opieve-
ren. Binnen dat bedrag huurverhoging per maand zal die geluidsisolatie dus
moeten worden gevonden.
Het ontwerp-besiuit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
XI. Verbetering laagspanningsnet ten westen van de Binnenweg. (volgnr. 76)
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
XII. Subsidiëring Stichting Maatschappelijke Dienstverlening aan Blinde
en Slechtziende Voiwassenen. (volgnr. 77)
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
XIII. Verordeningen specifiek welzijn. (volgnr. 78)
Mevrouw Vari der Pas merkt op dat met het vaststellen van deze verorde-
ningen er wederom een stap is gezet in de richting van een geharmoniseerd
welzijnsbeleid, een beleid dat met voortvarendheid is aangepakt en v/ordt
ingevuld, hetgeen ook nu weer is gebleken bij de aanbieding vandeze veror-
deningen, waarvoor slechts het raamwerk door de rijksoverheid is opgesteld.
De invulling van dit eerste concept van de verordeningen door grote ambte-
lijke inzet, heeft de bewondering van haar fraktie gewekt, terwijl daarna
in de planvoorbereidingscommissie noeste arbeid tot dit resuitaat heeft ge-
leid. Een woord van lof en dank is hier dan ook zeker op zijn plaats.
1981 is het laatste jaar van de overgangsperiode van de rijksbijdragerege-
ling sociaal-cultureel werk en vanaf 1982 moet het gemeentebestuur voldoen
aan een aantal eisen om in aanmerking te komen voor een rijksbijdrage. Het
opstellen van een procedure- en subsidieverordening is één van die eisen.
De algemene verordening bevat algemene regelen die voor verschillende ter-
reinen nader uitgewerkt worden in deelverordeningenzoals die voor het
sociaal-cultureel werk. In het raadsvoorstel worden enkele wijzigingen
voorgesteld, te beginnen met artikel 2, lid 2. Haar fraktie heeft hierte-
gen geen bezwaar. Of er al dan niet gebruik van zal worden gemaakt zal de
toekomst uitwijzen. Verder kan de verordening voldoende flexibel door het
college worden gehanteerd.
Ten aanzien van artikel 7, lid 1, stelt haar fraktie zich achter het meer-
derheidsstandpunt van het college. De motivatie daaromtrent heeft zij al
verschillende malen naar voren gebracht. Het is namelijk zo dat ae voorlopi-
ge regeling ter stimulering van emancipatie-aktiviteiten stelt dat organisa-
ties die al van andere wegen subsidie ontvangen niet in aanmerking komen
voor subsidie via de rijksbijdrageregelingen.
De redaktie van artikel 19 gaat ervan uit dat het voor de burger duidelijk
